Oekraïense militairen vielen de grensregio begin augustus binnen en konden verrassend snel oprukken. Het Russische leger is inmiddels bezig met een tegenoffensief, maar is er vooralsnog niet in geslaagd de Oekraïense troepen uit Koersk te verdrijven. Het buitenlandministerie in Moskou bericht maandag dat het burgerdodental tussen 5 en 20 september van 31 is opgelopen naar 56.

Volgens het ministerie zijn 131.000 burgers uit de gevaarlijkste gebieden vertrokken. Het ministerie beschuldigt Oekraïne ervan Russische burgers tegen hun wil vast te houden, inclusief een groep van 70 tot 120 personen in het stadje Soedzja. Beweringen van zowel Rusland als Oekraïne over de oorlog kunnen niet onafhankelijk worden geverifieerd.

De autoriteiten in beide landen beschuldigen elkaar al langer van oorlogsmisdaden en ontkennen de beschuldigingen tegen henzelf. Een woordvoerder van het Oekraïense ministerie van Buitenlandse Zaken zegt in een reactie op de Russische cijfers dat zijn land zich houdt aan het internationaal humanitair recht en dus geen burgers aanvalt.

„Gezien Ruslands lange geschiedenis van valse cijfers en propaganda, is het simpelweg onmogelijk om hun beweringen te verifiëren”, zei de Oekraïense woordvoerder. „Als Rusland de werkelijke situatie wil laten zien, kan het de Verenigde Naties en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) toegang geven tot het gebied.” Het Kremlin omschreef een eerdere uitnodiging van Oekraïne aan de twee partijen om naar het Russische Koersk te komen als „provocerend”.