Dat heeft het bestuur van de provincie in een brief aan Provinciale Staten geschreven, zo meldde een woordvoerder van de provincie dinsdag.

Kamminga bestelde de meubels, ter waarde van ongeveer 50.000 euro, bij een relatie van hem, die ook al zijn woonhuis had ingericht. Hij beriep zich op de monumentale status van zijn werkkamer. Volgens een woordvoerder van de provincie ging het provinciebestuur er destijds van uit dat als er originele meubels bij de ontwerper werden gekocht, die buiten de aanbestedingsprocedure vielen. „Maar die regels zijn te makkelijk geïnterpreteerd. De ontwerper heeft wel de schets van de inrichting gemaakt, maar niet de meubels”, aldus de woordvoerder.

Kamminga vertrok op 1 januari als commissaris van de Koningin. Volgens de woordvoerder is de brief aan de PS geschreven naar aanleiding van een beroep op de Wet openbaarheid bestuur.