Mauriks gezin „baken van licht” voor joodse jongen
Het boerengezin De Heus in het Gelderse Maurik was in de donkere oorlogsjaren een „baken van licht” voor de joodse jongen Walter Schwinger, die op hun boerderij kon onderduiken. Onder de schuilnaam Willem Dekker overleefde hij de nazi-terreur als lid van de familie.
Het echtpaar Anton en Hanneke de Heus-Verkerk kreeg dinsdag voor zijn inzet voor Walter postuum de Israëlische Yad Vashem-onderscheiding uitgereikt door Doron Kerbel, diplomaat van de ambassade van Israël. Zoon Anton nam de hoge onderscheiding in ontvangst.
Met de Yad Vashem-onderscheiding eert de staat Israël niet-joden die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet voor het redden van joden. Ze krijgen de eretitel ”Rechtvaardigen onder de Volkeren”. Het Yad Vashem Instituut in Jeruzalem heeft sinds 1953 ruim 20.000 mannen en vrouwen, onder wie bijna 4700 Nederlanders, die onderscheiding toegekend.
Schwinger was een zoon van een joods echtpaar uit Duitsland. Zijn ouders stuurden hem en zijn broer en twee neven voor de oorlog naar Nederland om aan de groeiende nazi-terreur te ontkomen. De vier jongens werden eerst opgenomen in een kampement net over de grens en daarna overgebracht naar een schuilplaats in Amsterdam. Na een tijdje bood een joodse familie in Tiel zich aan om een jongen in huis te nemen. Als jongste van de groep werd de 12-jarige Walter aangewezen.
Het ging aanvankelijk goed bij de familie Hes in Tiel. Maar vanaf 1942 werden de maatregelen en verordeningen tegen joden steeds strenger. Ook de familie Hes moest onderduiken. Walter kon niet met hen mee.
Met hulp van de broer van Hes en de inspanningen van het verzet, kreeg Walter een nieuw onderduikadres. Hij moest echter zijn identiteit radicaal veranderen. Niets mocht meer herinneren aan de persoon Walter Schwinger. Hij werd Willem Dekker uit Zeeland. Gedurende een jaar zwierf Walter of Willem van boerderij naar boerderij, werkend en zich schuilhoudend. Eind oktober 1943 kwam hij terecht op een grote boerderij in Maurik, waar hij echter niet bijster goed behandeld werd.
Op een zondagmiddag ontmoette hij twee meisjes van het gezin De Heus. Nadat hij een paar minuten met hen had gesproken, overwon hij zijn angst en vroeg hun of er plaats voor hem was op hun boerderij. Een week later, eind september 1944, kwam Willem Dekker op de bescheiden boerderij van De Heus.
Willem bleef na de Bevrijding in mei 1945 nog tot de kersenoogst in het najaar bij zijn ’familie’. In oktober lukte het hem eindelijk contact te krijgen met zijn ouders, die in 1939 naar Engeland waren gevlucht.
Voor de uitreiking zijn Walter Schwinger, zijn vrouw Ruth en hun familie overgekomen uit Israël en Engeland.