De Amerikaanse militairen in Irak hebben niet opzettelijk op de Italiaanse journaliste Giuliana Sgrena geschoten om haar te doden, aldus een woordvoerder van het Witte Huis maandag. Hij sloot sowieso uit dat de Amerikanen doelbewust op „onschuldige burgers” schieten. De Amerikaanse krant The Washington Times publiceerde vandaag een intern memo van het Amerikaanse ministerie van Defensie dat Italiaanse veiligheidsdiensten vooraf geen afspraken hadden gemaakt met het Amerikaanse leger om de bevrijde journaliste Guiliana Sgrena veilig te laten passeren naar het vliegveld van Bagdad. In het interne stuk meldt het Pentagon dat de auto van de journaliste in het donker en op hoge snelheid kwam aanrijden en diverse waarschuwingssignalen negeerde. „Daarnaast is er geen indicatie dat de Italiaanse veiligheidsdiensten vooraf afspraken hebben gemaakt om de overgang naar het vliegveld te faciliteren.”

Terwijl Italië maandag op emotionele afscheid nam van de veiligheidsagent Nicola Calipari, die omkwam bij de bevrijding van de journaliste Srgena, gooide die opnieuw olie op het vuur. Ze schreef dat haar Iraakse ontvoerders haar vertelden: „Pas op, want de Amerikanen willen niet dat je terugkeert.”

Sgrena kon de rouwplechtigheid voor Calipari in de Santa Maria degli Angelikerk in het centrum van Rome niet bijwonen. Ze moet nog ongeveer een week in het ziekenhuis worden verpleegd aan haar verwondingen. Vanuit het ziekenhuis liet ze er echter geen twijfel over bestaan dat zij boosaardige opzet vermoedt bij de Amerikaanse beschieting van het konvooi dat haar vrijdag naar de luchthaven van Bagdad bracht. Ze ontkende opnieuw dat de auto waarin ze met haar bevrijder Calipari reed stoptekens van Amerikaanse militairen negeerde en daarom zou zijn beschoten. Volgens de Amerikaanse lezing openden Amerikaanse militairen het vuur op de auto toen die met hoge snelheid hun controlepost naderde.

Calipari was in opdracht van premier Berlusconi als geheim agent belast met haar vrijlating. Hij wist vorig jaar in Irak twee ontvoerde Italiaanse hulpverleners vrij te krijgen, vermoedelijk door veel losgeld te betalen. Volgens het dagblad La Repubblica zou voor de vrijlating van Sgrena 6 miljoen euro zijn betaald.

De Italiaanse premier is in grote verlegenheid gebracht door de schietpartij bij Bagdad. Zeker 60 procent van de Italianen is volgens opiniepeilingen fervent tegenstander van de Italiaanse deelname aan de bezettingsmacht in Irak. Velen vermoeden dat president Bush net zo min als Berlusconi gebaat is bij de openbaarmaking van de ware toedracht van Calipari’s dood. De roep om terugtrekking van de troepen is luider geworden.

De Italiaanse minister van Justitie, Castelli, die na de rouwplechtigheid door verslaggevers werd belaagd met de vragen over een snelle terugtrekking, zei enkel dat „het vandaag geen dag is om hier over te praten. We eren hier een held.”

Calipari kreeg maandag een staatsbegrafenis. De herdenkingsceremonie werd bijgewoond door onder anderen Berlusconi en president Carlo Azeglio Ciampi. De president ging maandag ook nog op ziekenbezoek bij Sgrena.

De massaal toegestroomde Italianen applaudisseerden toen Calipari’s kist onder begeleiding van officieren de kerk werd binnengedragen.