Kerk & religie

Heimwee naar de tijd van verdrukking

Bijbelkoerier Dick Langeveld is van nature een bang mens, vaak vol paniek, maar de vrees verdween zodra hij de grenzen van communistische landen passeerde. „Dan sta ik voor Gods rekening.”

K. van der Zwaag
8 March 2005 08:58Gewijzigd op 14 November 2020 02:18
ERMELO – Dick Langeveld nam maandag het boek ”Broeder Dick. Ervaringen van een bijbelsmokkelaar” in ontvangst. Meer dan honderd keer reisde hij met zijn smokkelbus naar Oost Europa. „Dat bidden helpt, is voor mij een grotere zekerheid dan dat één plus
ERMELO – Dick Langeveld nam maandag het boek ”Broeder Dick. Ervaringen van een bijbelsmokkelaar” in ontvangst. Meer dan honderd keer reisde hij met zijn smokkelbus naar Oost Europa. „Dat bidden helpt, is voor mij een grotere zekerheid dan dat één plus

Met heimwee kijkt Langeveld terug op de tijd van verdrukking. „Verdrukking is beter voor de kerk dan vrijheid. Het lijden bouwt de kerk. De christenen gingen niet voor een dogma de gevangenis in, maar omdat ze de Heere Jezus liefhadden. Dát bond hen samen.”

Dick Langeveld (81) nam gisteren het boek ”Broeder Dick. Ervaringen van een bijbelsmokkelaar” (uitg. Ark Boeken, Amsterdam) in ontvangst. Hij schreef het boek met Jan Heijnen, in samenwerking met Open Doors, waarvoor Langeveld werkte. Gedurende 33 jaar ging hij minimaal vier keer per jaar naar communistische landen, waaronder vooral Roemenië, Bulgarije en Polen.

Dick Langeveld was hoofd van de buitendienst van de afdeling ongediertebestrijding van het ministerie van volksgezondheid. Een burn-out maakte dat hij op 49-jarige leeftijd werd afgekeurd. Dankzij een vervroegd pensioen was hij in staat reizen voor Open Doors te maken. Langeveld kende de organisatie (die zich inzet voor de verdrukte kerk) al sinds 1958 (toen nog Kruistochten geheten), drie jaar nadat oprichter Anne van der Bijl zijn werk begon. Er ontwikkelde zich een vriendschap tussen Van der Bijl en Langeveld, waarna de eerste reizen op gang kwamen.

In 1969 was er een gezinsvakantie in Macedonië, het jaar daarop smokkelde Langeveld de eerste Bijbels naar Roemenië. Aanvankelijk gebeurde dat nogal primitief, maar de voertuigen werden steeds subtieler ingericht met geheime vakken. Helaas werd ook de politie steeds slimmer in het ontdekken ervan.

Uit het boek blijkt hoe vaak Langeveld in de diverse landen bespioneerd, achtervolgd, ondervraagd en tegengewerkt werd. Talloze malen probeerde hij met wisselende trucs de achtervolgers (lopend of met zijn smokkelbus) van zich af te schudden. Hij heeft de kracht van het gebed ervaren. „Dat bidden helpt, is voor mij een grotere zekerheid dan dat één plus één twee is.”

Tijdens de tientallen reizen is hij nooit gepakt. De geheime politie bleef op zoek naar de centrale figuur die de naam ”de vliegende Hollander” had gekregen. Steeds opnieuw slaagde Langeveld er op het kritieke moment in om zijn belagers om de tuin te leiden. Hij reed meestal ’s nachts en sliep in zijn bus, die hij op een parkeerplaats of in het bos had staan. „Om niet op te vallen, gedroeg ik me in Oost-Europa als een Oost-Europees. Ik liep Oost-Europees, mijn lichaamshouding was Oost-Europees en mijn kleding was Oost-Europees.”

De opwekking in de verschillende Oost-Europese landen was volgens Langeveld het gevolg van de grote hoeveelheid christelijke lectuur die gesmokkeld werd. „Je kunt je niet voorstellen hoe zeldzaam een Bijbel in het begin was. Er waren talloze gezinnen zonder Bijbel. In een kerk mochten mensen soms alleen langs een Bijbel lopen om die te bezichtigen, zo kostbaar was het exemplaar.”

De bijbelnood werd steeds groter omdat steeds meer mensen tot geloof kwamen. De binnengesmokkelde lectuur bracht ook problemen met zich mee, omdat sommige mensen ervoor in de gevangenis belandden. „Mijn werk voegde lijden toe en dat is iets waar ik nog altijd moeilijk mee kan leven.”

Langeveld beziet de huidige geestelijke situatie in Oost-Europa met gemengde gevoelens. „De druk is van de ketel en er is nu veel import van allerlei vreemde leringen. Ik heb gezien dat de kerk bloeide tijdens de verdrukking, maar ik heb ook de grote verdeeldheid gemerkt zodra die tijd voorbij was. Er zaten in de periode van de vervolging soms wel veertig christenen in een cel, afkomstig uit verschillende denominaties. Zij spraken niet over kerkelijke verschillen, maar werden bijeengehouden door de band met de Heere Jezus. Dat verklaart de enorme opwekking die in de verschillende landen gaande was.”

Langeveld betreurt het dat in de grote kerken in het westen de ogen vaak gesloten bleven voor de verdrukking van de kerk onder het communisme. „De liberale, oecumenische kerken lieten zich door de Wereldraad van Kerken leiden en ontkenden dat er vervolging was, of dat er gebrek aan bijbels was. Christenen in de communistische landen vonden het vaak heel moeilijk dat zij in het westen niet geloofd werden. Dat veroorzaakten nog meer lijden dan wat de communisten hen aandeden. In Nederland waren er gelukkig ook veel kerken die echt zicht hadden op de nood van de Oost-Europese christenen. Het waren de kerken die de Bijbel als grondslag hadden en daar niet aan tornden. We hebben in ons werk belangstelling gehad van oud gereformeerden en ook van pinkstermensen. Maar veel mensen hadden de leugen meer lief dan de waarheid. De leugen maakt het leven gezapig en gemakkelijk. Mensen willen de confrontatie niet aangaan en steken de kop in het zand.”

Vanwege zijn gezondheid kan ”Broeder Dick” geen reizen meer ondernemen. „Het is voor mij nu ook goed.” Toch knaagt het aan hem dat het vrije leven in het Oostblok ook zijn keerzijde heeft gehad. Binnen twee weken na de val van Ceausescu lagen er al pornografische tijdschriften in de kiosken en wilden jongeren op zondagochtend liever televisiekijken dan naar de kerk gaan. „Na het verdwijnen van de verdrukking komt de vervlakking. Het lijden heeft de kerk gebouwd omdat het gebouwd is op het lijden van Jezus Christus. In de oorlogsjaren zaten de kerken in Nederland ook vol. Ik ben wel eens bang dat onze kinderen aan de vooravond van een nieuwe vervolging staan als ik zie op de ondergang van het Avondland en de toenemende immoraliteit.”

Langeveld en zijn vrouw hebben vaak de risico’s afgewogen: Werd het niet te gevaarlijk? Wat als hij zou opgepakt zou worden? Langeveld: „Wij vonden dat wij ons niet mochten baden in luxe, in weelde en in veiligheid, terwijl onze broeders en zusters in andere landen moesten lijden. Ik voelde me verplicht om de kinderen van God te helpen.”

Elke keer voelde hij zich geroepen om weer te gaan. „Een deel van mijn leven lag in Oost-Europa. Elke keer als ik de terugreis ondernam, had ik al weer zin om terug te keren. Ik kon daar zelfs wonen. Een huis werd mij zomaar aangeboden.” Lachend: „Dat was het enige puntje in ons huwelijk waarover mijn vrouw en ik verschil van mening hadden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer