Uitermark: besluit over noodwet is ‘deels ook politieke afweging’
Het kabinet zal niet uitsluitend op basis van juridische adviezen van ambtenaren beslissen of er een grond is voor noodwetgeving om de asielinstroom te beteugelen. „Dat is voor een deel een juridische afweging, maar voor een deel ook een politieke afweging”, zei minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken).
Het besluit om een beroep te doen op staatsnoodrecht moet „dragend gemotiveerd” zijn, staat in het vorige week gepresenteerde regeerprogramma. Het is aan asielminister Marjolein Faber om met die onderbouwing te komen, benadrukte Uitermark na de ministerraad. Zolang Faber dat nog niet heeft gedaan, wil zij niet vooruitlopen op de uitkomsten.
Medewerkers van Uitermarks eigen ministerie zijn zeer kritisch over de inzet van het staatsnoodrecht op asiel. Dat komt naar voren uit stukken die deze week tijdens het debat over de miljoenennota werden vrijgegeven. Uitermark zegt „trots” te zijn op haar ambtenaren die „vanuit hun eigen vakmanschap” tot deze adviezen zijn gekomen. „Maar uiteindelijk is het een politieke besluitvorming waar ministers met elkaar knopen moeten doorhakken.”
De Tweede Kamerfractie van NSC sprak al openlijk twijfel uit over de juridische houdbaarheid van noodmaatregelen. Als de Raad van State daar negatief over adviseert, trekt NSC de handen ervan af, waarschuwde waarnemend fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven. Uitermark waakt er evenwel voor het lot van de asielplannen in handen van de Raad van State te leggen „Daar moeten wij zelf als politiek verantwoordelijkheid voor nemen.”