Hoewel de treinkaartjes van NS volgend jaar minder in prijs stijgen dan eerder aangekondigd, houdt reizigersorganisatie Rover zorgen over de toegankelijkheid van het openbaar vervoer in Nederland. De organisatie wijst hierbij op de bezuinigingen op het ov in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, die dinsdag bekend werden. „Per saldo wordt het er voor de reiziger niet beter op.”
Het kabinet maakte dinsdag ook bekend dat NS-kaartjes in 2025 niet 12 procent, maar 6 procent duurder worden. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat neemt 3 procentpunt van de prijsstijging op zich, de NS betaalt de overige 3 procentpunt. Eerder werd al duidelijk dat over deze constructie werd onderhandeld tussen de NS en het kabinet. De drie grote steden moeten wel flink bezuinigen op het ov. Vanaf 2026 moeten ze het doen met 110 miljoen euro minder.
„Een stijging van 6 procent is natuurlijk beter dan 12 procent, maar het is nog steeds heel erg veel”, reageert een woordvoerder van Rover op de prijsstijging van NS. „En in combinatie met die bezuinigingen in de grote steden maak ik me grote zorgen. Het kabinet zou juist moeten proberen meer mensen met het ov te laten gaan dan minder.”
Volgens Rover vragen de locaties die nu in beeld zijn voor nieuwbouwwoningen ook om goede ov-verbindingen. „Het is onlogisch om dan op het ov te gaan bezuinigen”, besluit de woordvoerder.