„De lonen blijven al jaren achter omdat er geen sprake is geweest van koopkrachtverbetering”, verklaart FNV-vicevoorzitter Zakaria Boufangacha. „Terwijl de rijken rijker worden, zijn er grote groepen mensen die amper kunnen rondkomen en een slechte kwaliteit van werk hebben. De welvaartsgroei kan en moet veel eerlijker verdeeld worden.”

Dit jaar zet de bond nog in op loonsverhogingen tot 14 procent. Dat de nieuwe looneis lager uitpakt heeft te maken met de afgenomen inflatie, al blijft de bond zich hard maken voor een automatische compensatie van de prijsstijgingen „zodat ook in de toekomst mensen verzekerd zijn van het op peil blijven van hun lonen”.

In navolging van vakbond CNV wil FNV nu ook inzetten op een kortere werkweek. In een tijd waarin werknemers wordt gevraagd langer en harder te werken noemt FNV dit een noodzakelijke stap.

„We willen hiermee de krapte op de arbeidsmarkt tegengaan. Uit onderzoek blijkt dat een vierdaagse werkweek juist het arbeidsaanbod verhoogt. Het komt de productiviteit ten goede en het ziekteverzuim daalt, zo wordt fulltime werken aantrekkelijker”, zegt Boufangacha.

CNV kwam vrijdag al met zijn eisen voor het komende cao-seizoen. Die bond wil 3,5 tot 6 procent loonsverhoging en sprak van een ideaalbeeld van een 30-urige werkweek. CNV zet vooralsnog in op 2 uur arbeidsduurverkorting per week om een betere balans te creëren tussen werk en privé.

Een ander aspect uit het eisenpakket van FNV is de verhoging van het minimumloon naar 16 euro per uur. „Het kabinet laat hier steken vallen”, vindt Boufangacha. De bond wil al langer dat het minimumloon flink wordt opgekrikt, maar dit gebeurt maar niet. Momenteel bedraagt het minimumloon voor mensen van 21 jaar of ouder 13,68 euro per uur.