Gekozen burgemeester
Minister De Graaf van Bestuurlijke Vernieuwing is vorige week tijdens zijn promotietour voor de gekozen burgemeester vergeten op het Binnenhof te stoppen. Terwijl hij bij ontmoetingen elders in het land met kracht van argumenten tegenstanders van de verkiezing van de burgemeester probeerde te overtuigen, bleek in Den Haag het verzet tegen dit idee te groeien.
De voorzitter van de PvdA-fractie in de Senaat, Noten, liet gisteren weten tegen de grondwetswijziging te stemmen als de minister niet op de wensen van zijn partij ingaat. Noten wil dat de invoering van de gekozen burgemeester met vier jaar wordt uitgesteld tot 2010 en dat de eerste burger van de gemeente in de toekomst verantwoordelijk blijft voor de politie.
Met een nee van de PvdA is het plan tot invoering van de gekozen burgemeester van de baan. De sociaal-democraten bezetten bij dit dossier een sleutelpositie. Voor de noodzakelijke grondwetswijziging is een tweederde meerderheid in de Eerste Kamer nodig en als de PvdA tegenstemt, heeft De Graaf het nakijken.
Over het idee van de gekozen burgemeester stoeit de politiek al zo’n dertig jaar. Midden jaren zeventig probeerde het kabinet-Den Uyl de burgemeestersbenoeming door de Kroon uit de Grondwet te schrappen. Dat liep stuk op het verzet van liberalen en christen-democraten. Nu laten de politieke nazaten van Den Uyl zelf het idee stranden.
Overigens staat de PvdA niet alleen in haar kritiek op de plannen van minister De Graaf. Bij twee coalitiepartijen, CDA en VVD, leven eveneens bezwaren. Nog maar anderhalve week geleden liet VVD-fractievoorzitter Van Aartsen weten dat de kabinetsplannen voor bestuurlijke vernieuwing het „net niet” zijn. De liberale voorman noemde de burgemeester zoals De Graaf zich die voorstelt „een gehandicapt bestuurder”, omdat deze onvoldoende bevoegdheden heeft.
Die kritiek sluit aan bij de verlangens van de PvdA om de burgemeester ook in de toekomst zeggenschap te laten behouden over de politie. En terecht. Immers, wat hebben burgers aan het verkiezen van een eerste burger die vervolgens geen vuist kan maken op momenten dat het nodig is?
De vraag is ook of de burger op den duur warm te krijgen is voor de gang naar de stembus voor een machteloze functionaris wiens bevoegdheid niet verder gaat dan het doorknippen van linten.
Het ontmantelen van het burgemeestersinstituut dicht de kloof tussen burger en bestuur in ieder geval niet. En dat was nu juist een van de argumenten voor het invoeren van burgemeestersverkiezing.
In het regeerakkoord hebben de coalitiepartners afgesproken dat deze periode belangrijke stappen gezet zullen worden op het terrein van bestuurlijke vernieuwing. De gekozen burgemeester is daarbij een van de meest in het oog springende onderdelen. Recent heeft minister Zalm er nog eens op gewezen dat ook op dit terrein geldt: afspraak is afspraak. Dat moge zo zijn. Maar het opdissen van onrijpe vruchten geeft slechts een zure nasmaak en buikkrampen.
Minister De Graaf doet er goed aan de plannen voor burgemeestersverkiezing nog eens tegen het licht te houden en de invoeringsdatum van 2006 los te laten. Het is namelijk onmogelijk om de start van de campagne -komend najaar- goed voor te bereiden als er nu nog zo veel politieke turbulentie is.
Bij die voorbereiding zou ook nog eens de principiële vraag gesteld moeten worden of de kroonbenoeming zoals die er nu is inderdaad moet worden vervangen door verkiezing.
Als gevolg van het toegenomen dualisme is het inmiddels onrustiger geworden op het terrein van de gemeentelijke politiek. In die situatie is een stabiele factor die niet direct afhankelijk is van kiezersgunst belangrijk.