Gastouders regelen kleinschalige, flexibele opvang waar vrijwel alle partijen veel waarde aan hechten. Maar een deel van de opvang is zwaar ondermaats, blijkt uit onderzoeken. Het vorige kabinet greep daarop in en kondigde strengere regels aan. Woensdagavond behandelt de Kamer de wetswijziging hiertoe.

Coalitiepartij NSC heeft nog veel vragen over het plan. „Mijn fractie zou het heel erg zonde vinden als gastouders op deze manier toch een beetje weggepest worden”, zegt Kamerlid Merlien Welzijn. „En we zijn er al zoveel kwijt.” Zij wijst, net als veel andere Kamerleden, op de onderzoeken die nu nog lopen, naar de uitstroom van gastouders en naar de kostprijs van kinderopvang in het algemeen. „Waarom ligt de wet nú voor”, vraagt Welzijn zich af. Ook CDA’er Inge van Dijk zet vraagtekens bij de volgorde.

Critici van de regels wijzen op de de snoeiharde reactie van het Adviescollege Toetsing Regeldruk en de vrees van gemeenten dat meer gastouders stoppen met het opvangen van kinderen. De SGP wijst er daarnaast op dat de kwaliteit van gastouderopvang de afgelopen tijd een stuk beter is geworden, en dat de verschillen kleiner zijn dan voorheen.

De PVV ziet een meerwaarde in betere kwaliteitseisen. „Je kan daar niet tegen zijn”, zegt Kamerlid Edgar Mulder. Tegelijkertijd wil hij óók dat gastouders niet met te veel rompslomp opgezadeld worden. „Eigenlijk wil de PVV deze wet wel steunen, maar er moet wel wat gebeuren aan die regeldruk”, vat Mulder het standpunt van de partij samen. De VVD steunt de wetgeving, maar wil niet dat „de kenmerkende eigenschappen van gastouderopvang, zoals kleinschaligheid, huiselijkheid en flexibiliteit, veranderen als gevolg van dit wetsvoorstel”.

Ook GroenLinks-PvdA lijkt de scherpere kwaliteitseisen te steunen, maar Kamerlid Senna Maatoug heeft nog veel vragen aan verantwoordelijk staatssecretaris Jurgen Nobel. Haar partij vraagt zich af of de slechte kwaliteit zich op bepaalde plekken concentreert. Dan steekt kansenongelijkheid op, vreest zij.