„Als Zuid-Holland voelen wij ons verantwoordelijk voor de transitie naar een fossielvrije samenleving”, zegt gedeputeerde Berend Potjer (energie, GroenLinks-PvdA). „Ook de haven maakt die transitie door. Wij snappen goed dat het Rijk naar de haven van Rotterdam kijkt als vestigingslocatie voor kerncentrales, ook omdat het een industriële locatie is. Daardoor is het juist ook een van de meest complexe locaties. Er is al veel vraag naar ruimte voor bijvoorbeeld de aanlanding van wind op zee, waterstoffabrieken, ammoniakopslag, defensielocaties en de maritieme (maak-)industrie. Er zijn ook al files op het stroomnet en er wonen bijna 4 miljoen Zuid-Hollanders op korte afstand. Wij roepen het Rijk dan ook op om de belangen van onze inwoners, bedrijven en de veiligheid nadrukkelijk mee te wegen.”

Het vorige kabinet heeft de Zeeuwse plaats Borssele, waar al een kerncentrale staat, aangewezen als voorkeurslocatie voor twee nieuwe centrales. De Eerste Maasvlakte gold als het alternatief. Daar zijn nu de Zeeuwse gemeente Terneuzen en de Tweede Maasvlakte bij gekomen, meldde minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) woensdag aan de Tweede Kamer. Beide nieuwe plekken zouden geschikt kunnen zijn door de aanwezigheid van de benodigde energie-infrastructuur en voldoende toegang tot koelwater.

Het Havenbedrijf Rotterdam noemt de Maasvlakte „geen voor de hand liggende locatie” voor een grote kerncentrale. „Kerncentrales kunnen op meer plekken staan die koelwater bieden. Het is zonde om hiervoor haventerreinen te gebruiken waar grote zeeschepen kunnen afmeren, want die terreinen zijn natuurlijk schaars.”

Het havenbedrijf ziet wel iets in de komst van kleine kernreactoren met een standaardontwerp, een zogeheten Small Modular Reactor (SMR). De provincie Zuid-Holland laat momenteel een verkennend onderzoek uitvoeren naar zulke reactoren, die sneller en tegen lagere kosten gebouwd kunnen worden dan een grote kerncentrale zoals die in Borssele.