Binnenland
Inspectie: jongere moet na aanhouding te lang wachten op straf

Jongeren die opgepakt zijn vanwege een delict moeten te lang wachten op hun straf of maatregel, stelt de Inspectie Justitie en Veiligheid in een dinsdag gepubliceerd rapport. De organisaties in het jeugdstrafrecht proberen volgens de inspectie al jaren om jongeren sneller door het proces te laten gaan, maar de wachttijden zijn nog altijd langer dan de norm.

ANP

In het jeugdstrafrecht staat het zogenoemde ‘pedagogische uitgangspunt’ centraal, legt de inspectie uit. Dat wil zeggen dat de tijd tussen het plegen van een misdaad en de opgelegde straf of maatregel zo kort mogelijk moet zijn, zodat de jongere kan leren van zijn of haar fouten. Wachten betekent voor een jongere „een periode van onzekerheid” en dit vergroot de kans op verder afglijden in de criminele wereld. De wachttijd verschilt per situatie, maar kan volgens de inspectie in sommige gevallen jaren duren.

Als een jongere een strafbaar feit pleegt, worden meerdere organisaties betrokken bij het vervolg daarvan. Het gaat naast het Openbaar Ministerie en de politie bijvoorbeeld ook om de Raad voor de Kinderbescherming. Samen vormen zij in de woorden van de inspectie ‘de keten’. De verschillende organisaties zeggen volgens de inspectie ieder afzonderlijk dat ze geen wachtlijsten hebben en dat vertragingen vooral bij de andere partijen liggen. Een overkoepelend monitoringssysteem ontbreekt en er is „geen zicht waar vertragingen in het strafproces van jeugdigen ontstaan”.

De keten kampt al jaren met personeelstekorten en een tekort aan specialistische zorg voor de jongeren en ook zijn er weinig plekken in onder meer jeugdinrichtingen en voor taakstraffen beschikbaar. Maar daarnaast informeren organisaties elkaar onvoldoende of verkeerd, waarna het tijd kost om alsnog aan de juiste informatie te komen. Ook heeft de keten te maken met „een verzwaring van de doelgroep en meer complexe zaken”, aldus de inspectie. De inspectie concludeerde eerder ook al dat de organisaties onder „grote druk” staan.

Om dit alles te verhelpen is „een duurzame gecoördineerde aanpak” van de staatssecretaris Rechtsbescherming en de andere bewindspersonen van het ministerie van Justitie en Veiligheid nodig. De ketenorganisaties zelf moeten beter samenwerken. De inspectie: „met elkaar dienen ze te bedenken hoe jongeren sneller door de keten geleid kunnen worden. Nu voldoen ze zelfs niet aan maximale wachttijden die ze zelf hebben opgesteld, ondanks dat de medewerkers hard werken om de jongeren te helpen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer