Koopjesjagers zetten Wall Street hoger, Apple maakt geen indruk
De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn maandag hoger gesloten, geholpen door beleggers die op koopjesjacht gingen na de grote koersdalingen van vorige week. Technologieconcern Apple presenteerde maandag zijn nieuwe iPhone 16, zijn vernieuwde smartwatch en AirPods, maar daar waren beurshandelaren niet van onder de indruk. Het aandeel Apple ging aanvankelijk omlaag, maar eindigde praktisch onveranderd.
De Dow-Jonesindex sloot met een winst van 1,2 procent op 40.829,59 punten. De breder samengestelde S&P 500-index won eenzelfde percentage op 5471,05 punten en techgraadmeter Nasdaq herstelde eveneens 1,2 procent tot 16.884,60 punten. De S&P 500-index verloor vorige week ruim 4 procent en kende daarmee de slechtste beursweek sinds maart 2023. De Nasdaq leed met bijna 6 procent het grootste weekverlies sinds 2022.
De stemming onder beleggers werd vorige week onder meer gedrukt door een zwakker dan verwacht banenrapport van de overheid. Door dat tegenvallende cijfer werden de zorgen over een afkoelende Amerikaanse economie verder aangewakkerd.
Deze week wordt vooral gelet op een nieuw inflatiecijfer uit de Verenigde Staten, dat voor woensdag op het programma staat. Dat cijfer is van belang voor het rentebeleid van de Amerikaanse centrale bank. De Federal Reserve vergadert volgende week over de rente en zal dan naar verwachting de rente voor het eerst in jaren verlagen.
Vooral technologiebedrijven, die vorige week fors lager werden gezet, waren gewild. Zo maakte Nvidia een koerssprong van 3,5 procent, na een verlies van 14 procent afgelopen week.
Boeing steeg 3,3 procent. De vliegtuigfabrikant heeft een voorlopige overeenkomst bereikt met een vakbond die meer dan 32.000 werknemers in het noordwesten van de VS vertegenwoordigt. Door de overeenkomst is een grote staking op 13 september bij Boeing mogelijk van de baan.
Dell klom 3,8 procent. De fabrikant van computers en servers wordt op 23 september opgenomen in de S&P 500-index. Ook data-analysebedrijf Palantir Technologies (plus 14 procent) en verzekeraar Erie (min 0,6 procent) worden dan opgenomen in de index van de vijfhonderd grootste bedrijven van de VS.