De Hongaarse premier Viktor Orbán, die fel tegen immigratie is, ligt overhoop met de EU over het migratie- en vluchtelingenbeleid. In augustus dreigde het land al eens om migranten op een bus naar Brussel te zetten. Een dreigement dat afgelopen vrijdag opnieuw werd herhaald. De onderminister van Binnenlandse Zaken zei toen dat de EU Hongarije dwingt illegale migranten binnen te laten, eraan toevoegend dat hij „deze illegale migranten een gratis reis naar Brussel zou aanbieden”. Ook liet Boedapest beelden zien van gele bussen, die asielzoekers die vanuit Servië Hongarije binnen willen komen naar Brussel zouden brengen.

Het Europese Hof van Justitie veroordeelde Hongarije in juni tot een boete van 200 miljoen euro, aangevuld met dagelijkse dwangsommen van 1 miljoen euro, voor het niet naleven van de Europese migratieregels. Boedapest weigert die te betalen.

Hongarije probeert op allerlei manieren het aantal immigranten te verlagen. Orbán had maandag een ontmoeting met Mahamat Idriss Déby Itno, de president van Tsjaad, over de mogelijkheid om Hongaarse militairen naar zijn land te sturen. Tsjaad is een belangrijk doorreisland voor Afrikaanse migranten die richting de Middellandse Zee trekken. De Hongaren zouden moeten helpen om die migratiestromen tegen te gaan.

Volgens Orbán heeft hij een akkoord gesloten met Déby op defensiegebied, maar de details moeten nog worden uitgewerkt en goedgekeurd door het Hongaarse parlement.