Von der Leyen: lidstaten moeten samen meer geld in economie steken
Om als Europese Unie beter te kunnen concurreren, zijn nieuwe gezamenlijke fondsen nodig. Dat zei Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, maandag bij de ontvangst van een rapport van Mario Draghi. Daarin hamert de voormalig president van de Europese Centrale Bank op het belang daarvan. Dit ligt uiterst gevoelig, weten zowel Draghi als Von der Leyen.
De politieke wil moet er zijn om gemeenschappelijke Europese economische projecten te starten. Ook moet worden gekeken hoe die gezamenlijk gefinancierd worden, zei Von der Leyen maandag tijdens een persconferentie.
Meer EU-budget vinden kan op twee manieren, zei de politica. De financiële afdracht van de 27 lidstaten kan hoger of nieuwe, eigen financiële bronnen kunnen worden aangeboord. Het invoeren van EU-belastingen is ook een mogelijkheid.
„Nieuwe eigen middelen zijn ook een sterke stimulans voor een gemeenschappelijke Europese financiering. We moeten naar beide kijken”, zei Von der Leyen.
De lidstaten staan hierover niet op één lijn. Het kabinet wil minder geld afdragen aan Europa. Ook Duitsland is tegenstander van meer nationaal geld naar de Europese Unie. Andere lidstaten zijn daar juist wel voor.
Draghi presenteerde maandag zijn langverwachte rapport over de Europese concurrentiekracht. Daarin schetst hij hoe de EU moet toewerken naar een nieuwe industriële strategie voor Europa. Volgens hem is er een „radicale verandering” nodig. Die is „dringend” en moet „concreet” zijn, voegde hij daaraan toe tijdens de persconferentie. Hij adviseert onder meer innovatie te versnellen en toe te werken naar koolstofarme productie.
