Zo zijn huiseigenaren vanaf 2026 niet meer verplicht een warmtepomp aan te schaffen als zij hun cv-ketel vervangen. Deze week werd bekend dat landbouwminister Femke Wiersma wil stoppen met het programma om de stikstof- en waterproblematiek in Nederland aan te pakken. „Het huidige beleid schiet volkomen tekort om de doelen nog te halen”, zegt Wit hierover tijdens de opening van de grootste warmtepomp van Nederland in Utrecht.

Nederland gaat bijvoorbeeld het doel niet halen om 500.000 nieuwe aansluitingen te realiseren van bestaande woningen op het warmtenet in 2030, voorziet hij. „We hebben nog maar vijf jaar en het ontwikkelen van een warmtenet in een wijk kost al snel vijf tot acht jaar”, schetst hij.

Hij vindt ook dat mensen met een lager of middeninkomen meer moeten profiteren van de overgang naar duurzame energie. Het kabinet zou ze wat hem betreft subsidie moeten geven voor het gebruiken van een warmtenet. „Mensen in flats profiteren niet van subsidies voor zonnepanelen, zoals hogeropgeleiden wel doen. Waarom kunnen we die doelgroepen niet ook ondersteunen?”, vraagt hij zich af.

Hoe hoog die subsidies moeten worden, maakt hem weinig uit. „Als ze maar efficiënt zijn en werken”.

Wit uitte ook kritiek op het plan van de vorige energieminister Rob Jetten om collectieve warmtevoorzieningen alleen aan te laten leggen door bedrijven die voor minstens de helft in publieke handen zijn. Dit betekent volgens hem dat warmtebedrijven zoals die van Eneco deels worden onteigend en dat is „te gek voor woorden”. Hij stelt daarbij dat het nog onzeker is wanneer dit precies gaat gelden en dat energiebedrijven geen grote investeringen kunnen doen, omdat ze niet weten wanneer en of ze dat terugverdienen.

Met de maatregelen moeten publieke partijen zoals gemeenten meer zeggenschap krijgen over het warmtenet. Maar Wit denkt dat publieke partijen niet op tijd genoeg kennis en ervaring hebben om het aanleggen over te nemen en vreest dat de warmtetransitie jarenlang stil komt te staan.