Om het aantreden van Hongarije als voorzitter van de EU-landen voor een halfjaar was afgelopen zomer veel te doen, omdat de regering in Boedapest bekendstaat als medestander van Rusland en criticus van Europese integratie. Sommige EU-landen en ook de Europese Commissie boycotten sindsdien de informele ministerraden die door het voorzittende land worden belegd. Ook VVD en NSC zagen liever geen ministers naar Hongarije afreizen. Maar het kabinet voelt niet voor zo’n maatregel en beslist per bijeenkomst of het belangrijk is om ernaar toe te gaan.

Ook de VVD vindt bij nader inzien dat een minister een ministerraad in Hongarije moet kunnen bijwonen. Om de hulp aan Oekraïne te bespreken bijvoorbeeld, of om Hongarije zelf aan te spreken op zijn stoorzender-gedrag. De liberalen stemden donderdag in de Kamer tegen een voorstel om het kabinet tot een boycot op te roepen. Ook NSC wil nu „per vergadering een afweging maken”, zegt Kamerlid Isa Kahraman. „Het gedrag van de Hongaarse premier Viktor Orbán is onacceptabel. Maar slechts een klein aantal landen heeft een algehele boycot uitgeroepen.”

Tot teleurstelling van D66-Kamerlid Jan Paternotte, die de motie indiende. Hij blijft onderstrepen dat Hongarije „de Europese waarden verraadt door zich als spreekbuis van het Kremlin op te werpen”.