Willems denkt dat het juridisch niet haalbaar is om een onderscheid te maken tussen fatbikes en andere elektrische fietsen. De indieners van de motie in de Kamer zien daar wel aanknopingspunten voor. „Als het al zou lukken, wordt daar onmiddellijk omheen gewerkt door de hele industrie”, denkt de fatbikefabrikant.

Niet alleen de banden zijn dikker, maar ook zijn fatbikes zwaarder dan elektrische fietsen en zijn de zadels niet verstelbaar, denken VVD en NSC, die het voorstel in de Kamer hebben ingediend. „Het is kansloos om de onderdelen van zo’n fiets te beschrijven in een wet”, zegt Willems daarop. „Bandendikte en zadelformaat zijn dingen die je als fabrikant zo kan vervangen. Zodra die wet er is, staan de nieuwe fietsen al klaar die niet in die categorie vallen, maar wel eenzelfde doelgroep proberen aan te spreken.”

Als voorbeeld noemt Willems, zelf medeoprichter van fatbikefabrikant Brekr, dat hij al een fatbike verkoopt met een verstelbaar zadel. „Dat is alvast geen fatbike”, concludeert hij. De beste oplossing is volgens hem om op alle e-bikes een minimumleeftijd in te voeren.

Er is veel discussie over de fatbike, die veel wordt opgevoerd en door zeer jonge bestuurders wordt bereden. Vaak leidt dat tot ongelukken en letsel.

Willems verwacht niet dat de ondertekenaars van het convenant geraakt worden door de leeftijdsgrens en helmplicht waar de Kamer voor is. „Wij verkopen legale, duurdere fietsen die minder vaak gekocht worden door heel jonge kinderen. Maar ik denk dat de aanbieders van heel goedkope fietsen, die makkelijker op te voeren zijn, er zeker last van gaan hebben.”