Studentenbond wil dat huurtoeslag voor meer studentenkamers geldt
De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) pleit voor een huurtoeslag op onzelfstandige kamers, zodat studenten makkelijker aan woonruimte kunnen komen. Nu is het voor veel studenten nog te duur om het huis uit te gaan, zegt LSVb-voorzitter Abdelkader Karbache. „De studenten die nu uitwonend zijn, zijn vaak de studenten die zich dat kunnen veroorloven. Studenten met een smallere beurs moeten vaak met tegenzin bij hun ouders blijven wonen.”
Door een huurtoeslag in te voeren op onzelfstandige kamers wordt de financiële drempel voor veel studenten verlaagd, denkt de LSVb. Op dit moment geldt de toeslag alleen voor zelfstandige woonruimte en is die dus meestal niet van toepassing voor studenten die woonfaciliteiten delen met anderen. Volgens Karbache is op kamers gaan voor de meeste studenten mede daardoor nu te duur. „We zien dat huurtoeslag voor veel van deze studenten een simpele oplossing is om het toch te kunnen betalen.”
Uit de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting komt donderdag naar voren dat er voor het eerst sinds jaren meer uitwonende studenten zijn, vooral door de herinvoering van de basisbeurs. De LSVb houdt er echter rekening mee dat dit jaar juist minder mensen op kamers gaan, doordat de zogeheten koopkrachtmaatregel voor uitwonende studenten niet is verlengd. Volgens Karbache gaan zij er daardoor zo’n 160 euro op achteruit. „Dus het is nu even zoet, maar het oude zuur komt gauw weer terug.”
Volgens de monitor van kennisinstituut Kences zijn studenten in het hoger onderwijs gemiddeld 43 procent van hun besteedbaar inkomen kwijt aan woonlasten. Van de thuiswonende studenten geeft 44 procent aan dat de betaalbaarheid van woonruimte de belangrijkste reden is om thuis te blijven wonen. Van alle ruim 330.000 studenten die op een hogeschool of universiteit studeren, woont 45 procent bij hun ouders of verzorger(s). Van de mbo-studenten woont 80 procent tijdens hun opleiding thuis.
Volgens Kences is er een tekort van 23.000 kamers en studio’s en is dat relatief gelijk aan vorig jaar. Waar het tekort voor 2030 twee jaar geleden nog op 57.000 werd geschat, verwacht Kences nu 42.000 in 2032. „Dit is een stap in de goede richting, maar het is bij lange na nog niet genoeg”, stelt Karbache over de cijfers. „Dit is een wooncrisis, er moet veel meer bijgebouwd worden. En als kamers onbetaalbaar blijven, kunnen studenten er sowieso geen gebruik van maken. Het is een heel complex probleem waarvoor een aanpak vanuit de minister moet komen.”