Van Weel (Justitie) wil criminaliteit internationaal aanpakken
Justitieminister David van Weel zet in op internationale samenwerking om georganiseerde criminaliteit tegen te gaan. Dat zegt hij in een debat met de Tweede Kamer. „Uiteindelijk moeten we dit internationaal aanpakken.”
Volgens Van Weel zijn er onlangs nieuwe ‘liaison officers’ bij gekomen, Nederlandse politiemedewerkers die in het buitenland contact houden met lokale autoriteiten. De minister verwacht dat er begin volgend jaar ook een in de Ghanese hoofdstad Accra komt. „West-Afrika is in opkomst als doorvoerland voor drugs, en als aantrekkelijke plek voor witwassen.”
Betere beveiliging van Nederlandse havens heeft vanwege een waterbedeffect beperkt nut, denkt Van Weel. „Als we succesvoller zijn in Rotterdam, kan in Zuid-Europa de druk toenemen. En zoals u weet zijn we één markt, dus uiteindelijk vinden drugshandelaren toch wel een weg naar ons land.” De minister vestigt daarom hoop op samenwerking in de Europese Unie en wereldwijd.
Van Weel noemt ook verdragen zoals Nederland heeft gesloten met de Verenigde Arabische Emiraten. Dankzij dat uitleveringsverdrag werd de zoon van Ridouan Taghi vorige maand aan Nederland uitgeleverd. „We zijn in onderhandeling met Colombia over zo’n rechtshulpverdrag, en zo zult u nog meer initiatieven gaan zien”, zegt Van Weel.
Naast de internationale aanpak ziet Van Weel het „weerbaar maken van de samenleving” tegen criminaliteit en het tegengaan van corruptie als prioriteiten. Ook zijn voorganger, Dilan Yeşilgöz, noemde internationale actie al een „rode draad [die] door de hele aanpak van de georganiseerde criminaliteit loopt”.
Georganiseerde criminaliteit is een „veelkoppig monster”, klinkt in het eerste commissiedebat over justitie sinds het aantreden van het nieuwe kabinet. Allerlei ‘koppen’ van dat monster komen aan bod, zoals explosies, drugsdumpingen en uithalers. Dat daartegen moet worden opgetreden vindt de hele Kamer, maar over de manier waarop ontbreekt een eenduidige lijn.