Economie

Mol en woelrat te lijf met gaspillenpistool

De mol is een indrukwekkend dier, onder andere vanwege de enorme hoeveelheid werk die hij in korte tijd verzet. Een strak gazon ruïneren, een groentetuin op z’n kop zetten, een mals weiland aantasten: de grote graver in stemmige bontjas heeft het in een ommezien voor elkaar. Om die schade te beperken, dient hij te worden bestreden. Licentiehouders doen het met gaspillen.

Niek Sterk
4 March 2005 21:12Gewijzigd op 14 November 2020 02:18
BARNEVELD – Kees Janse, cursusleider mollenbestrijding, met prikstok en gaspistool op het gazon voor het Groenhorst College in Barneveld. Agrariërs, loonwerkers en ongediertebestrijders van provincies en gemeenten bevolken doorgaans de cursus. Ook ”gre
BARNEVELD – Kees Janse, cursusleider mollenbestrijding, met prikstok en gaspistool op het gazon voor het Groenhorst College in Barneveld. Agrariërs, loonwerkers en ongediertebestrijders van provincies en gemeenten bevolken doorgaans de cursus. Ook ”gre

Een oud raadseltje: Hoe kan je zien dat er een mol in je tuin zit? Antwoord: Dan staat z’n fiets tegen je tuinhekje. De werkelijkheid is vervelender. Ondiepe mollenritten en molshopen bederven een zorgvuldig beheerd gazonnetje in één dag of nacht. Ook bezitters van een groentetuin moeten soms slikken als ze vaststellen dat een aanzienlijk deel van hun vlijt voor niets was.

Wat het dier in het klein doet, lukt hem ook in het groot. Zeker als de populatie goed op sterkte is, zoals de laatste jaren het geval is. Hier en daar is sprake van een ware plaag. Mollenvangers waren afgelopen week verbaasd toen ze hoorden dat het dier z’n beschermde status verloor. De meesten wisten niet dat het die sinds 2002 had.

Op akkerbouwpercelen richten mollen doorgaans niet veel schade aan, maar in graslanden en dijken des te meer. Loonwerkers klagen over schade door het vele zand in hun machines. Vee krijgt zandkoliek door de vele grond in hooi en kuilgras.

Een mol eet bij voorkeur regenwormen, soms insecten of larven. Voor bestrijding van emelten -larven van de langpootmug, schadelijk in grasland- is hij nauwelijks waardevol, zegt Kees Janse, leraar dierverzorging aan het Groenhorst College in Barneveld. Samen met een collega geeft Janse (47) vanaf volgende week zaterdag weer de jaarlijkse cursus mollen- en woelrattenbestrijding.

„Een mol eet dagelijks de helft van z’n eigen gewicht aan regenwormen. Die doen wél nuttig werk in de bodem.” De mollengangen fungeren als val. Wormen vallen door het ’dak’ van de gang. De mol schuimt om de zo veel tijd z’n ritten af om de neergeplofte regenwormen te oogsten. Om aan voldoende energie te komen voor z’n zware werk, heeft hij er veel nodig: een worm bestaat voor 95 procent uit water.

De woelrat is een wat ander verhaal. „Dat is een herbivoor, een planteneter, die bijvoorbeeld jonge stronken van fruitbomen nuttigt. Die soort is vooral schadelijk in de Betuwe. Dat hij tegelijk met de mol wordt bestreden, komt doordat de woelrat zich via mollengangen verplaatst. „Hij heeft een beverkop, is zeldzamer dan de mol.”

De cursus -twee zaterdagen, 12 en 19 maart- wordt afgesloten met een officieel examen. De bijbehorende licentie komt nadien van de Plantenziektekundige Dienst. Agrariërs, loonwerkers en ongediertebestrijders van provincies en gemeenten bevolken doorgaans de cursus. Ook ”greenkeepers” van golfbanen melden zich. Vorig jaar waren mensen uit de Rotterdamse haven present.

„Helaas komen de aanmeldingen vooral in het voorjaar. We boden de cursus ook aan in de herfst, maar dan meldde zich niemand. Terwijl de bestrijding het best in de herfst kan gebeuren. Want in het voorjaar werpt de mol drie tot zeven jongen en moet je veel meer moeite doen om alle dieren in een perceel te doden.”

Staat de hobbytuinder naast de verschillende types mollenklemmen een reeks van huismiddeltjes ten dienste -fles zonder bodem in de rit, vuurwerk, knoflook, tuinslang erin of dieronvriendelijke glasscherven bij het mollennest leggen- de gecertificeerde professionele bestrijder gaat verder. Een aanzienlijk deel van de cursus gaat heen aan wet- en regelgeving rond en het gebruik van het pillenpistool.

Het gaspistool bestaat uit een buis met knijphandvat, waarop een bus met 150 pillen wordt geschroefd. Komen die met vocht in aanraking -op het moment dat ze in vochtige aarde belanden- dan lossen ze op en doen ze hun werk. Even nadat de pil in de rit is geland, verspreidt het dodelijke zenuwgas aluminiumfosfide zich door de gangen. Binnen een paar seconden na inademing zijn alle bewoners dood.

Omdat het gas zwaarder is dan lucht, blijft het in de gangen hangen. In een enkel uur wordt het biologisch afgebroken. „Voor de veiligheid mag een perceel na het leggen van pillen niet worden betreden. Honden en kinderen moet je eraf houden. Een boer die z’n land laat bewerken, moet z’n buren inlichten. Je kunt een wei niet helemaal volhangen met doodskopborden. Als ik zelf een stuk heb behandeld, vind ik het ook míjn verantwoordelijkheid om er na afloop regelmatig te gaan kijken”, zegt Janse.

Een van de wettelijke regels is dat een pot pillen altijd moet worden opgebruikt. Dat betekent dat een mollenbestrijder met prikstok en gaspistool altijd grote percelen bewerkt. „Eerst met de stok de ritten opsporen, dan de pillen plaatsen. Zo’n gangenstelsel is vaak heel uitgebreid. Elke mol heeft zo’n 500 vierkante meter als territorium nodig, waaruit hij elke soortgenoot die zich erin waagt, verjaagt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer