Wereldbank: Klimaatrampen schaden onderwijs miljoenen kinderen
Klimaatverandering vormt een groeiende bedreiging voor het onderwijs van miljoenen kinderen, waarschuwt de Wereldbank. Toenemende weersextremen leiden vooral in armere landen tot schoolsluitingen. Tussen januari 2022 en juni 2024 hebben wereldwijd meer dan 400 miljoen leerlingen hiermee te maken gekregen, becijferen onderzoekers in een woensdag verschenen rapport.
Scholen moesten noodgedwongen de deuren sluiten door overstromingen, stormen en hittegolven. Hoewel zulke rampen niet altijd direct aan klimaatverandering zijn toe te schrijven, staat volgens klimaatwetenschappers wel vast dat extreem weer door de opwarming van de aarde steeds vaker voorkomt.
In 81 landen moesten scholen de afgelopen jaren tijdelijk dicht door klimaatgerelateerde rampen. Gemiddeld gingen 28 dagen aan lestijd verloren. Een forse uitschieter is Pakistan, dat in 2022 door wijdverbreide overstromingen werd geteisterd. Miljoenen leerlingen misten daardoor gemiddeld 97 schooldagen.
In sommige landen komen schoolsluitingen door extreem weer zeer regelmatig voor. In de Filipijnen bijvoorbeeld, daar heeft volgens het rapport ongeveer een op de vijf scholen minstens een keer per jaar te maken met een overstroming.
De schattingen zijn nog voorzichtig, want indirecte effecten van extreem weer zijn niet meegenomen in de telling. Zo waren er schoolsluitingen in Malawi en Zambia door ernstige cholera-uitbraken. De ziekte verspreidde zich er snel na overstromingen, die het gevolg waren van extreme regenval.
Niet alleen schoolsluitingen zijn slecht voor de leerprestaties, ook de stijgende temperaturen zelf kunnen volgens het rapport negatief uitpakken voor de resultaten. Als het te heet is, werken de hersenen minder goed dan bij minder hoge temperaturen. Ook daar worden de armste gemeenschappen het hardst door geraakt, want zij hebben vaak de middelen niet om zich aan te passen door bijvoorbeeld hittebestendig te bouwen.
Onderwijs kan volgens hetzelfde rapport ook juist een grote rol spelen in het tegengaan van klimaatverandering en het omgaan met het veranderende klimaat. Volgens de onderzoekers worden die mogelijkheden „massaal over het hoofd gezien”. Er is ook nauwelijks geld voor: volgens het onderzoek gaat slechts 1,5 procent van alle klimaatfinanciering naar de onderwijssector.