Volgens Schiphol-topman Pieter van Oord zijn de goede cijfers voor een deel te danken aan een „succesvolle meivakantie en zomervakantie”. De winst van het staatsbedrijf komt daardoor uit op 224 miljoen euro, terwijl die in dezelfde periode een jaar eerder nog 15 miljoen was. Toch blijft op de bankrekening van Schiphol geen geld over, omdat de komende vijf jaar 6 miljard euro moet worden geïnvesteerd in de verbetering van de infrastructuur, arbeidsomstandigheden, dienstverlening aan passagiers en luchtvaartmaatschappijen.

Ondanks de flinke winststijging, kunnen de financiële prestaties van Schiphol volgens Van Oord nog beter. „Hoewel het bemoedigend is om te zien dat onze financiële resultaten verbeteren en dat onze balans sterk is, zijn onze algehele financiële prestaties nog niet naar onze tevredenheid.” Dat komt vooral omdat de huidige en langetermijnkasstromen volgens Van Oord „zwaar onder druk” staan.

Dat wordt ten dele veroorzaakt door het groeiende aantal passagiers dat van de luchthavens van de Schiphol Group gebruikmaakt, want dat brengt naast meer omzet ook meer kosten met zich mee. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, zag Schiphol in de eerste helft van dit jaar ruim 9 procent meer passagiers op de luchthavens.

Vooral op Amsterdam Airport Schiphol steeg het aantal passagiers, met 11 procent naar 31,8 miljoen. Op Eindhoven Airport was er een stijging van 2 procent naar 3,3 miljoen en op Rotterdam The Hague Airport van 1 procent naar 1 miljoen.

Voor de tweede helft van het jaar verwacht Schiphol nog meer passagiers. Daarmee stijgen de maandelijkse reizigersaantallen steeds verder richting het niveau van voor corona. Over heel 2024 verwacht Schiphol tussen de 65 en 68 miljoen passagiers op Amsterdam Airport te verwelkomen. In 2019, het jaar voor corona, waren dat er bijna 72 miljoen.