Buitenland

”Monsieur Troia” blijkt Italiaanse maffiabaas

De baas van de Siciliaanse maffia heeft vorig jaar ongehinderd en waarschijnlijk op kosten van de gemeenschap een operatie ondergaan. Maar sindsdien weten de Italiaanse autoriteiten wel weer hoe ”het beest” eruitziet.

Van onze correspondent
4 March 2005 11:52Gewijzigd op 14 November 2020 02:18

De laatste keer dat iemand Bernardo Provenzano, het nu 72-jarige hoofd van de Siciliaanse maffia, had gezien, was 42 jaar geleden. Een doktor op de eerste hulp van een ziekenhuis in Corleone hielp hem toen aan een schotwond. Daarna heeft niemand hem meer gezien, of wilde niemand hem herkennen.

Uit die periode stamt de enige foto die bij de politie bekend is. Op de foto kijkt Provenzano met gladgeschoren kin en glimmende brillantine in de camera. Zijn haar is achterovergekamd. Op basis van die foto heeft de Italiaanse centrale recherche informatiedienst (CRI) een montagefoto gemaakt, die door heel Italië circuleert. Zijn signalement kent elke Italiaan.

Provenzano heeft op de montagefoto grijze haren en een sterk gerimpeld voorhoofd. Elk jaar kleuren ze bij de CRI meer grijs in en worden nog wat meer groeven op zijn voorhoofd gekrast. Maar niemand neemt aan dat Provenzano er nu werkelijk zo uitziet. Klein van stuk, zoals toen in 1963, zal hij wel zijn. Maar de rest van zijn uiterlijk, dat met chirurgie is te veranderen, kan wel eens gewijzigd zijn.

De CRI sprong een paar dagen geleden dan ook een gat in de lucht nu plotseling blijkt dat tientallen mensen hem recentelijk hebben gezien. Het zijn doktoren, verplegers en ander personeel van een kliniek in La Ciotat, in de buurt van Marseille, waar Provenzano onder een valse naam anderhalf jaar geleden werd opgenomen. Provenzano, die zee- en luchtziek zou zijn, had zich in oktober 2003 met een auto uit Sicilië naar de Zuid-Franse kust laten brengen. In de kliniek verbleef hij een week wegens een prostaatoperatie.

In het ziekenhuis was hij geregistreerd onder de naam ”monsieur Troia”. Dat was geen valse naam, maar de identiteit van een bakker uit het Siciliaanse dorp Villabate. Dankzij het gebruik van deze identiteit, zeer waarschijnlijk met medewerking van de echte Troia, kon Provenzano ongehinderd onder het mes. Bovendien probeerde meneer Troia uit Villabate na terugkomst de kosten te verhalen op de regionale gezondheidszorg. Onduidelijk is of er werkelijk is uitgekeerd.

Bernardo Provenzano is drie keer bij verstek veroordeeld tot levenslang. Hij wordt beschuldigd 52 moorden te hebben gepleegd en 22 maal een poging daartoe te hebben ondernomen. De rechtbank heeft aangetoond dat hij verantwoordelijk is voor de bomaanslagen op monumenten in Rome, Milaan en Florence in 1993, waarbij tien mensen omkwamen. Na de arrestatie van Toto Riina in 1993 is volgens criminologen Provenzano, die wegens zijn wreedheid ook wel ”het beest” wordt genoemd, het onbetwistbare hoofd van Cosa Nostra, de Siciliaanse maffia.

Naar verwachting wordt binnenkort zijn nieuwe signalement vrijgegeven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer