Oekraïne heeft na de aanval melding gemaakt van zeker vier doden en twintig gewonden. De massale aanval leidde ook tot stroomuitval. In hoofdstad Kyiv waren explosies te horen, waarschijnlijk toen de luchtverdediging in actie kwam. Inwoners zochten dekking in metrostations. Rusland zou bij de hoofdstad onder meer een aanval hebben uitgevoerd op een waterkrachtcentrale.

De lokale autoriteiten stelden dat ongeveer vijftien drones en vijftien raketten zijn neergehaald die onderweg waren naar Kyiv. President Volodymyr Zelensky zei dat landelijk meer dan honderd raketten en een honderdtal drones zijn waargenomen. Hij erkende dat de energie-infrastructuur veel schade heeft opgelopen, maar zei ook dat reparatiewerkzaamheden in volle gang zijn.

Oekraïense topfunctionarissen deden na de aanval een beroep op bondgenoten. Minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Koeleba sprak over laffe aanvallen op burgerdoelen en zei dat bevriende landen hun eigen luchtverdediging kunnen gebruiken om Russische raketten en drones neer te halen die in de buurt van hun eigen luchtruim komen. Oekraïne grenst aan meerdere NAVO-lidstaten: Polen, Slowakije, Hongarije en Roemenië.

Zelensky deed een vergelijkbare oproep en maakte duidelijk af te willen van beperkingen bij het gebruik van langeafstandswapens. Hij zei dat „de terroristen dergelijke beperkingen niet hebben” en hun volledige arsenaal kunnen inzetten. Oekraïne ontvangt veel wapens van westerse bondgenoten, maar die hebben soms wel beperkingen opgelegd over hoe wapens gebruikt mogen worden op Russisch grondgebied.

„Zwakheid en tekortschietende reacties leiden tot meer terreur”, hield Zelensky zijn bondgenoten voor. „Iedere leider, al onze partners, weten welk daadkrachtig optreden nodig is om deze oorlog tot een rechtvaardig einde te brengen.”