OpinieCommentaar

Les voor PVV-ministers: besef dat de werkelijkheid weerbarstig is

Het regeren van een land is iets anders dan vanuit een Kamerbankje ferme uitspraken doen. Daar zijn de ministers Fleur Agema van Volksgezondheid en Marjolein Faber van Asiel en Migratie –beide van PVV-huize– deze week wel achter gekomen. Grote woorden en harde eisen blijken af te stuiten op de harde werkelijkheid van wet- en regelgeving.

Hoofdredactie
24 August 2024 09:09Gewijzigd op 24 August 2024 09:35
Minister Fleur Agema van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tijdens een werkbezoek aan het ziekenhuis Zuyderland in Heerlen. beeld ANP, Marcel van Hoorn
Minister Fleur Agema van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tijdens een werkbezoek aan het ziekenhuis Zuyderland in Heerlen. beeld ANP, Marcel van Hoorn

Minister Agema reisde deze week af naar Limburg om daar te spreken over de toekomst van het ziekenhuis in Heerlen. Als Kamerlid heeft ze zich in de achterliggende jaren sterk gemaakt voor het behoud van de kleinere (streek)ziekenhuizen. Meer dan eens heeft ze op hoge toon voorgangers van haar verweten geen oog te hebben voor het belang van hoogwaardige en complete gezondheidszorg in de regio. Het ziekenhuis in Heerlen was daarbij vaak het symbool van falend beleid. En impliciet zei Agema daarbij: „Wacht maar, als ik de touwtjes in handen heb, wordt het beter.”

Tijdens het bezoek deze week bleek echter dat de minister lang niet alles kan bereiken wat haar oorspronkelijk voor ogen stond. Eerlijk moest ze bekennen dat ze er waarschijnlijk niet in slaagt om de spoedeisende zorg (SEH) in Heerlen te behouden. „Ik kan niet de volledige SEH redden. Dat ligt niet binnen mijn mogelijkheden.”

Net zoals de vorige minister ziet Agema nu in dat regels en het gevaar van precedenten met onbetaalbare gevolgen dat verhinderen. Regeren betekent regels en wetten uitvoeren. Dat heeft Agema inmiddels wel geleerd.

Iets dergelijks moest minister Faber deze week erkennen. Zij zei woensdag dat er in ons land een asielcrisis is. Daarbij reageerde ze op recente berichten dat er vorige maand bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) ruim 39.000 aanvragen voor nareis lagen. Hoeveel daarvan worden goedgekeurd is nog onduidelijk. „Alles zit bomvol”, zei Faber. In dat verband gebruikte ze de inmiddels beladen term ”asielcrisis”.

Dat riep onmiddellijk reacties op. Geert Wilders toonde zich meer dan tevreden. „Wat heeft ze weer gelijk”, was zijn juichende reactie op X. „Ze is nu al de beste minister van Nederland”, aldus de PVV-leider.

In politieke kringen, bij beleidsmakers en in de media was er echter sprake van verwarring. Hun grote vraag was: wat is hiervoor de juridische basis? En: heeft de minister daarvoor de noodzakelijke toestemming van Europa?

Kort daarop nuanceerde Faber haar uitspraken. Ze erkende dat op dit moment een wettelijke basis voor het uitroepen van een asielcrisis ontbreekt. „Maar als ik dus kijk in de maatschappij, dan hebben we gewoon een crisis”, aldus de minister. Ze beloofde dat ze hard gaat werken aan de juridische basis voor het uitroepen van zo’n crisis. Waarover premier Schoof al snel zei dat hiervoor behoorlijk wat tijd nodig is.

De les voor beide ministers is: wees voorzichtig met je uitspraken en besef dat de werkelijkheid weerbarstig is.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer