Inlichtingendiensten: Iran achter hackpoging campagne Trump
Amerikaanse inlichtingendiensten melden dat Iran verantwoordelijkheid is voor pogingen om de Amerikaanse verkiezingscampagnes te infiltreren. In een verklaring schrijft de FBI dat Iraniërs hebben geprobeerd toegang te krijgen tot verkiezingscampagnes van zowel de Republikeinse als de Democratische partij met als doel om „verdeling te zaaien en het vertrouwen in de democratie te ondermijnen”.
Eerder deze maand werd duidelijk dat de FBI onderzoek doet naar hacks binnen de top van de Amerikaanse politiek. Een persoon in de entourage van oud-president Donald Trump zou mogelijk zijn getroffen, net als het team-Biden, meldden Amerikaanse media. Volgens CNN probeerden hackers in juni via een persoonlijke mailaccount op de computer van een hoge campagnemedewerker van Trump binnen te breken. De computerinbraak werd opgemerkt door Microsoft.
De FBI laat in de verklaring niet weten of Iran erin geslaagd is om de systemen te hacken. „Met de computerinbraken probeert Iran toegang te krijgen tot gevoelige verkiezingsinformatie”, schrijft de FBI. De inlichtingendiensten benadrukken dat deze vorm van infiltratie niet nieuw is. „Iran en Rusland hebben deze tactiek al eerder toegepast, niet alleen in de Verenigde Staten maar ook in andere landen over de hele wereld.”
Amerikaanse media meldden eerder dat vooral de campagne van Trump doelwit was, omdat die tijdens zijn presidentschap hard optrad tegen Iran. Hij maakte een eind aan een nucleaire deal en legde Iran harde sancties op.
De Iraniërs hebben de pogingen tot hacks altijd ontkend.