Wetsvoorstel over mest moet beter, vindt Raad van State
Het kabinet moet aanpassingen doen aan het wetsvoorstel dat de verontreiniging van water door mest moet tegengaan, vindt de Raad van State. De belangrijke kabinetsadviseur is er namelijk niet van overtuigd dat de voorgestelde maatregelen de mestproductie genoeg verminderen om te voldoen aan Europese regels.
Vanaf 2025 wordt in de Europese regels over mest niet langer een uitzondering gemaakt voor Nederland. Daardoor moeten boeren aan strengere normen voldoen als zij mest uitrijden over hun land. Voor Nederland in totaal geldt dan een maximum van 440 miljoen kilogram stikstof en 135 miljoen kilogram fosfaat.
In het wetsvoorstel staan verschillende maatregelen die ervoor moeten zorgen dat deze normen worden gehaald. Zo verliezen boeren vanaf 2025 een deel van hun rechten om dieren te houden als ze deze overdragen aan iemand anders, bijvoorbeeld als de rechten worden verhandeld. De varkens- en pluimveerechten gaan in dat geval met 30 procent omlaag. De zogeheten ‘afroming’ van fosfaatrechten bedraagt al 10 procent bij melkvee, maar wordt dan ook 30 procent.
De Raad van State is er niet van overtuigd dat deze maatregelen voldoende zijn om aan de Europese normen te voldoen. Daarom moet het kabinet duidelijk maken welke andere maatregelen worden genomen om de doelen te halen. Dat kunnen ook bestaande maatregelen zijn. Maar als die niet genoeg helpen, moeten nieuwe maatregelen worden genomen, zegt de raad.