„Oorlog had grote impact op volgende generaties”
Ds. H.G. Meijnen was elk jaar op 14 en 15 augustus niet aanspreekbaar. Zonder te eten zat hij achter zijn bureau. Vertellen over wat hij als dwangarbeider bij de Pakan Baroespoorweg in Nederlands-Indië had meegemaakt, deed hij echter zelden.
Zijn zoon, kleindochter en achterkleinzoon legden zaterdag een krans toen op het Arnhemse landgoed Bronbeek de slachtoffers van de Birma-Siam- en Pakan Baroespoorwegen werden herdacht. Vele tienduizenden dwangarbeiders kwamen om door de barre omstandigheden waaronder de Japanners hen tewerkstelden.
Ds. Meijnen, gereformeerd (vloot)predikant in Soerabaja, overleefde de dwangarbeid op het eiland Sumatra wel. Na de Japanse capitulatie kreeg hij te horen dat zijn vrouw haar opsluiting in een interneringskamp had overleefd. Meijnens broer, die dwangarbeider in Japan was, kreeg bericht dat zijn vrouw was omgekomen. Het bleek echter precies andersom te zijn: de predikant was weduwnaar geworden, zijn broer niet.
„Mijn vader heeft daar zo’n knauw mee gekregen dat hij het verdrong en er niet over wilde praten”, zegt zoon Albert, die samen met zijn moeder in het ‘jappenkamp’ zat. „Het enige dat hij vertelde, is dat de dwangarbeiders die probeerden te vluchten, door de Japanners levend werden begraven.”
Ds. Meijnen is later hertrouwd. Waar zijn eerste vrouw was begraven, wilde hij niet zeggen; een kleinzoon heeft het later uitgezocht.
Brandende zon
Uit de familie Hoekwater zijn wel vier generaties naar de herdenking gekomen. Leo Hoekwater (95) moest als twaalfjarige wees voor zijn acht broertjes en zusjes zorgen nadat hun moeder onder nooit opgehelderde omstandigheden overleed en hun vader door de Japanners krijgsgevangen werd gemaakt. Hun vader overleefde de oorlog niet. Leo is hier nu met de volgende drie generaties. „De oorlog heeft grote impact op de tweede en derde generatie gehad”, zegt dochter Grace. „Hopelijk zullen de vierde en volgende generaties daarvan verschoond blijven.”
August de Bats, lid van Jong 1508, de jongerenwerkgroep van de Nationale Herdenking 15 augustus 1945, schetst de ontberingen waaraan de dwangarbeiders werden blootgesteld: „Voor elke biels een dode…”, lijdend onder de brandende zon en de moessonregens, „snakkend naar frisse lucht tussen kuchende en creperende zieken”, geslingerd tussen wanhoop en hoop.
Hoogbejaard
Vorig jaar waren er nog drie overlevenden bij de herdenking. Een van hen, Jos Wessels (102), overleed in november. Ed van de Logt (100) en Hendrik Hansen (99) leggen nu de eerste krans. Hansen, die tot de hervormde gemeente in Nunspeet behoort, vertelde vorige maand in het Reformatorisch Dagblad wat hij meemaakte bij de Birma-Siamspoorweg. „Er vielen meer doden dan dat er werk werd verzet. De lichamen werden aan de kant gegooid.” Nu herdenkt hij zijn omgekomen makkers. Als zij tijdens een minuut stilte worden herdacht, staan de beide hoogbejaarde veteranen in de houding.
Op het monument zijn de namen van de bijna 3800 Nederlandse slachtoffers vermeld. Een zwarte marmeren plaat wijst op de romusja’s, de talloze Indonesiërs die omkwamen tijdens hun dwangarbeid voor de Japanse overheerser.
Driekwart
Twee miljoen van de inmiddels achttien miljoen Nederlanders hebben in hun familieverleden met Nederlands-Indië te maken gehad. Enkele honderden zitten hier nu bij het monument, dat onder meer bestaat uit drie pagoden (tempels). Lars Bannink, kleinzoon van een krijgsgevangene en nu voorzitter van de stichting die de herdenking organiseert, vertelt dat hij vorig jaar november tijdens de tweejaarlijkse pelgrimsreis van de stichting de Driepagodenpas in Myanmar bezocht. De plek was zo afgelegen dat tijdens de oorlog de voedselaanvoer haperde. Mede daardoor kwam 75 procent van de krijgsgevangenen om het leven.
Buiten het hek van militair tehuis Bronbeek rumoert het Arnhemse stadsleven, zich onbewust van de plechtigheid binnen het hek. Vertegenwoordigers van kabinet en stadsbestuur leggen een krans. Legerofficieren volgen. En een dame van de Thaise ambassade. Na het signaal taptoe worden de slachtoffers in stilte herdacht.