Op 13 april gingen duizenden mensen in Amsterdam de straat op tegen het geweld van Israël in bezet gebied. Tijdens en met name aan het eind van de demonstratie kwam het tot relletjes. Een paar honderd raddraaiers gooiden met flessen en stenen naar de mobiele eenheid van de politie. Enkele ruiten, waaronder die van Hotel Krasnapolsky, sneuvelden.

De politie had de jongens graag laten lopen, aldus plaatsvervangend korpschef J. van Riessen gisteren in de raadscommissie algemene zaken. De manifestatie was dan rustiger verlopen.

De groep raddraaiers ging echter niet uit zichzelf weg bij de stoet. De groep isoleren was ook geen optie. „Te midden van de massa zijn jongelui nooit zichtbaar, ze stoven uiteen en kwamen vervolgens weer terug in de stoet”, aldus Van Riessen. Volgens Cohen, verantwoordelijk voor openbare orde en veiligheid, zou dan het risico op escalatie te groot worden. „Probeer eens het beeld op te roepen wat er zou gebeuren als je de demonstratie zou beëindigen”, zei Cohen gisteren.

Gemeenteraadslid F. Huffnagel van de VVD had vragen over het grote aantal spandoeken met antisemitische leuzen, zoals hakenkruizen die gelijk werden gesteld aan jodensterren. Tot aan het eind van de demonstratie waren dit soort spandoeken en borden te zien. Cohen: „Dat hadden wij ook niet verwacht.” Maar het beeld dat er te weinig is ingegrepen, is volgens de burgemeester onjuist. „De ordedienst van de organisatie zelf en de politie zijn intensief bezig geweest deze spandoeken te verwijderen”, aldus Cohen. In totaal zijn zestig spandoeken, vlaggen en borden in beslag genomen.

Van tevoren wist de politie dat een groep van tachtig tot honderd Marokkaanse jongeren uit met name Utrecht en Gouda naar de demonstratie wilde komen om de boel te verstieren. De politie had daarom een ”vredeseenheid” opgericht, bestaande uit buurtregisseurs uit Amsterdam-West en agenten uit Utrecht. Zij hielden de groep relschoppers permanent in de gaten.