Maximale taakstraf veroorzaken ongeluk waarbij vriend overleed
De rechtbank in Breda heeft een 28-jarige man uit die stad veroordeeld tot onder meer 240 uur taakstraf voor het veroorzaken van een auto-ongeluk waarbij de 24-jarige bijzitter om het leven kwam. Francois L. reed veel te hard - drie keer harder dan was toegestaan - en hij was onder invloed van alcohol.
Het ongeval gebeurde in december 2022 ’s ochtends vroeg op de Heerbaan, vlak bij de kruising met de Claudius Prinsenlaan in Breda. Daar mag 50 kilometer per uur worden gereden, L. reed bijna 150 kilometer per uur. De ravage was enorm. De auto vloog over de berm, en raakte een verkeerspaal en een reclamezuil. Het slachtoffer, de beste vriend van L., werd door de klap uit de auto geslingerd en overleed korte tijd later.
De verdachte had de paar uur voor het ongeluk in de auto liggen slapen. Ze waren op stap geweest en het latere slachtoffer was nog doorgegaan met feesten. L. bleef in de auto om verder te slapen. Toen het slachtoffer hem wekte met de vraag of hij hem thuis kon brengen, was hij in de veronderstelling dat hij weer fit genoeg was om te rijden.
L. heeft veel spijt betuigd voor de dood van zijn vriend. Tijdens de behandeling van de zaak, twee weken geleden, kon hij geregeld zijn tranen niet bedwingen. De familie van het slachtoffer had de rechtbank laten weten dat ze L. eigenlijk niet veel kwalijk nemen. Er is ook nog steeds onderling contact. De moeder en zus van het slachtoffer lieten weten dat ze L. nooit zouden laten vallen.
De rechtbank legde naast de hoogst mogelijke taakstraf ook een voorwaardelijke celstraf van vier maanden op, met een proeftijd van een jaar. Ook is L. anderhalf jaar zijn rijbewijs kwijt.
Er was twee jaar cel waarvan een half jaar voorwaardelijk geëist. Volgens de officier van justitie was er sprake van roekeloos rijgedrag, juridisch de zwaarste verdenking. De rechtbank ziet dat echter anders. Volgens de rechter heeft L. „zeer onoplettend en onvoorzichtig” gereden, maar niet roekeloos. De straf valt daarom lager uit dan de eis. De rechter benadrukte echter dat er wel een signaal gegeven moet worden aan de verdachte en de maatschappij, vandaar de maximale taakstraf.