De toename van de invoer kan duiden op enige kracht in de binnenlandse vraag, terwijl de vertraagde exportgroei op een afkoelende wereldwijde vraag naar Chinese goederen wijst. De export is historisch gezien een belangrijke motor voor de op een na grootste economie ter wereld.

De export steeg vorige maand met 7 procent op jaarbasis. Economen hadden gerekend op een stijging van 9,5 procent. De uitvoer laat wel al vier maanden op rij een stijging zien. In juni groeide de export nog met 8,6 procent. De import nam toe met 7,2 procent, terwijl was gerekend op een groei van 3,2 procent.

China kampt met een aanhoudende crisis in de vastgoedsector en een laag vertrouwen onder Chinese consumenten, die daardoor minder geld uitgeven. De zwakke binnenlandse vraag heeft veel Chinese producenten ook ertoe aangezet om in het buitenland naar markten te zoeken.

De import profiteerde waarschijnlijk van de aankopen van Chinese tech- en chipfabrikanten die hun voorraden uitbreiden voorafgaand aan de mogelijke strengere Amerikaanse beperkingen op de export van chips en chipapparatuur naar China. Naar verwachting onthullen de Verenigde Staten deze maand een nieuw pakket aan beperkende maatregelen. De VS willen daarmee voorkomen dat China deze technologie kan gebruiken voor militaire doeleinden.

Ook de handelsspanningen tussen de EU en China zijn de laatste tijd toegenomen door beschuldigingen dat Beijing oneerlijke handelspraktijken gebruikt om zijn eigen bedrijven voor te trekken. Brussel heeft daardoor voorlopige hogere importheffingen voor Chinese elektrische auto’s ingevoerd.