BuitenlandOnlusten Bangladesh

Premier Bangladesh treedt af na bloedige protesten en vlucht naar India

De Bengalese premier Sjeika Hasina Wajed (76) is maandag afgetreden na bloedige protesten tegen haar regime. President Mohammed Shahabuddin heeft in een televisietoespraak laten weten dat er zo snel mogelijk verkiezingen worden gehouden.

5 August 2024 16:00Gewijzigd op 6 August 2024 09:26
Antiregeringsdemonstranten staan maandag op het dak van de ambtswoning van premier Sjeika Hasina Wajed in de Bengalese hoofdstad Dhaka. De premier is afgetreden en het land ontvlucht. beeld AFP, K.M. Asad
Antiregeringsdemonstranten staan maandag op het dak van de ambtswoning van premier Sjeika Hasina Wajed in de Bengalese hoofdstad Dhaka. De premier is afgetreden en het land ontvlucht. beeld AFP, K.M. Asad
De afgetreden Bengalese premier Sjeika Hasina Wajed. beeld XGTY

Premier Hasina ontvluchtte maandag het land na weken van protesten. Demonstranten braken die dag door de hekken van haar ambtswoning en plunderden het gebouw. Op beelden is te zien dat mensen meubels, televisies en boeken naar buiten dragen en zwaaien naar de camera’s. De premier is uitgeweken naar India.

Aan het aftreden van Hasina gingen weken van protest vooraf, waarbij minstens 300 doden vielen en zo’n 10.000 mensen werden gearresteerd. Tegenstanders van Hasina, onder wie veel studenten en werkloze jongeren, eisten haar aftreden, onder meer omdat zij vonden dat de overheid te veel macht naar zich toetrok. Mensenrechtenorganisaties zeggen dat Hasina buitensporig geweld heeft gebruikt bij het neerslaan van de opstanden. De regering zou onder meer knokploegen hebben aangestuurd om betogers te martelen en te executeren.

President Shahabuddin maakte in zijn toespraak maandag bekend dat demonstranten die in de afgelopen periode zijn opgepakt, spoedig worden vrijgelaten – een tegemoetkoming aan de eisen van de antiregeringsactivisten. De betogers eisen ook volledige afschaffing van een controversieel quotasysteem dat de regering-Hasina wilde invoeren.

Vrijheidsstrijders

De onvrede in het land begon in juli met een studentenprotest tegen de herinvoering van een quotasysteem. Een deel van de vacatures bij overheidsbanen zou worden toegewezen aan specifieke bevolkingsgroepen, waaronder minstens 30 procent voor nabestaanden van vrijheidsstrijders die in 1971 meevochten voor de onafhankelijkheid van Bangladesh.

In 2018 probeerde de regering ook al dat quotasysteem in te voeren, maar dat ging toen na hevige straatprotesten niet door. Nu kon de regering opnieuw op verhitte gemoederen rekenen.

Tegenstanders van Hasina zagen de quota als middel voor de heersende elite om zich aan de macht vast te klampen. Zij vinden dat overheidsbanen toegewezen moeten worden op basis van prestaties. Bangladesh kampt met een hoge inflatie en werkloosheidscijfers, waardoor het voor jongeren lastig is een baan te vinden. Overheidsbanen zijn geliefd, omdat ze zekerheid bieden en voor een relatief goed inkomen zorgen.

James Jipu Roy. beeld James Jipu Roy

Antioverheidsprotesten

Betogers eisten afschaffing van het quotasysteem. Ook lokale bekendheden, bedrijfsleiders en een aantal legergeneraals sloten zich bij de antioverheidsprotesten van de ”Studenten Tegen Discriminatie” aan. „Daarna werden de antiregeringsdemonstraties grimmiger”, zegt James Jipu Roy, predikant van een evangelicale huisgemeente in Dhaka, via de telefoon.

De betogingen leidden tot gewelddadige confrontaties met aanhangers van de premier, die hun bevoorrechte positie wilden behouden. „Er werd met rubberkogels en traangas op ons geschoten”, zegt de christelijke studente Monika*, die samen met medestudent Russell* betrokken is bij de protestbeweging ”Studenten Tegen Discriminatie”.

„Het geweld kwam van twee kanten”, zegt dominee Roy. „Natuurlijk, de regering was fout. Maar antiregeringsbetogers ook. Zij vernielden auto’s en gebouwen, en vielen regeringskantoren aan.”

Ondanks het geweld besloot het Bengalese hooggerechtshof per 21 juli het quotum van 30 procent van de overheidsbanen voor nabestaanden van vrijheidsstrijders naar 5 procent te verlagen – naast dat de opperrechters oordeelden dat 2 procent gereserveerd zou moeten worden voor etnische minderheden. Tijdelijk stopten de demonstraties.

Avondklok

Maar afgelopen weekeinde was het weer raak. Zondag vonden verspreid over het land opnieuw gewelddadigheden plaats tussen betogers en aanhangers van de regering. In 24 uur tijd vielen 94 doden, onder wie 13 agenten.

Het geweld over en weer dreigde te escaleren. Een van de protestleiders riep op „naar Dhaka te marcheren” om de als steeds autocratischer bekendstaande premier tot aftreden te dwingen.

Aanvankelijk leken de betogers een averechts effect te sorteren. Zondagavond stelde Hasani een uitgaansverbod met een avondklok in. Met ingang van maandag zou een vakantieperiode van drie dagen gaan gelden. Ook besloot de regering het mobiele internet voorlopig uit te schakelen in een poging het geweld te beteugelen.

„Als christen hoop en bid ik dat er een regering komt die eerlijk en democratisch is, en religieuze minderheden beschermt” - James Jipu Roy, predikant van een evangelicale huisgemeente in Dhaka

Aartsrivaal

Nu Hasina maandag is afgetreden, lijkt de situatie veranderd. Slechts een aantal uur na haar aftreden is oud-premier Khaleda Zia, een aartsrivaal van Hasina, vrijgelaten uit gevangenschap. Ze werd in 2018 nog veroordeeld tot zeventien jaar cel wegens corruptie.

De organisatoren achter het studentenprotest riepen dinsdagochtend in een video op tot de formatie van een interim-regering met Nobelprijswinnaar Muhammad Yunus als belangrijkste adviseur. De leider van het Bengaalse leger Waker-Uz-Zaman heeft aangegeven dat hij dinsdag rond het middaguur om tafel gaat met de studentenbetogers.

Het is echter maar de vraag of de rust in Bangladesh terugkeert nu Hasina is afgetreden. Miljoenen Bengalen gingen maandag de straat op om het aftreden van de premier te vieren. Op sommige plekken braken gewelddadigheden uit, waarbij volgens de autoriteiten zeker 109 mensen zijn omgekomen – het hoogste dodental sinds het uitbreken van de onlusten. Huizen van Hasina’s bondgenoten zijn aangevallen en een gebouw van de staatsomroep is in brand gestoken.

„Als de volgende regering geen democratische legitimiteit heeft, sluit ik niet uit dat de protesten blijven aanhouden”, zegt dominee Roy. „De vorige stembusgang verliep ook niet eerlijk. Dit land is door en door corrupt. Als christen hoop en bid ik dat er stabiliteit in dit land komt met een regering die eerlijk en democratisch is en die religieuze minderheden in bescherming neemt.”

* De namen van Monika en Russell zijn om veiligheidsredenen gefingeerd. Beide namen zijn bekend bij de hoofdredactie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer