Beroemde Duitse orgelbouwer Jürgen Ahrend (94) overleden
De beroemde Duitse orgelmaker Jürgen Ahrend is donderdag op 94-jarige leeftijd overleden.
Dat meldt zijn zoon, Philipp Ahrend, op Facebook.
Ahrend maakte grote naam met de restauratie van orgels in onder andere de Martinikerk in Groningen, de Ludgerikerk in het Duitse Norden en van het instrument in de Hamburgse Jacobikerk. Ook bouwde hij nieuwe instrumenten in Europa, Noord-Amerika, Australië en Japan.
In juni 1954 openden twee jonge orgelbouwers Jürgen Ahrend en Gerhard Brunzema een orgelmakerswerkplaats in Leer in het Duitse Oost-Friesland. Beiden hadden hun opleiding genoten bij Paul Ott in Göttingen. Hoewel Ahrend en Brunzema zich het hoogst mogelijke kwaliteitsniveau ten doel stelden, wisten ze aanvankelijk nog niet voor welke klank ze moesten kiezen: de moderne van de oude orgelbouw afgeleide Deense orgelklank of de historische klank zelf. Studiereizen naar Denemarken en Nederland gaven duidelijkheid. „Nederland was een schatkamer die direct voor onze deur lag. Daar waren instrumenten in vrijwel ongewijzigde staat, zodat we de oude klank konden bestuderen”, aldus Ahrend. Op aanraden van de orgelexpert Cor Edskes uit Groningen, met wie een intensieve uitwisseling ontstond, richtten ze in 1955 hun eigen pijpenmakerij op.
In de beginjaren van hun bedrijf legden Ahrend en Brunzema zich met name toe op de restauratie van historische orgels in hun omgeving: Larrelt (1954), Westerhusen (1955), Uttum (1957) en Rysum (1961). Van meet af aan was er interesse voor hun werk vanuit de vakwereld. Vooral in kringen van de historische uitvoeringspraktijk werd bekend dat deze orgelmakers de oude meesters zo grondig bestudeerden, dat hun nieuwe orgels vaak zeer goed klonken en functioneerden.
Het eerste grote nieuw gebouwde orgel (1959), een drieklaviers instrument in de Zorgvlietkerk in Scheveningen, trok de aandacht van organisten in binnen- en buiteland. Gustav Leonhardt verzorgde de ingebruikname. Ahrend liet veel meer sporen in Nederland na. Zo restaureerde hij het De Swart/Van Hagerbeerorgel in de Hooglandse Kerk in Leiden, het Husz-orgel in de Antoniuskerk in Kantens en het Müller-orgel in de Waalse Kerk in Amsterdam. Nieuwbouworgels van zijn hand staan onder meer in de Hobbe van Baerdt Tsjerke in Joure, in de Oude Kerk in Amsterdam en in de gereformeerde gemeente van Groningen.
In 1971 verliet Gerhard Brunzema de orgelmakerij en ging Ahrend alleen verder. In 2005 droeg hij de leiding van zijn bedrijf over aan zijn zoon Hendrik Ahrend.