De wijziging staat in het voorstel aan de industriecommissie van het Europees Parlement, opgesteld door de Zweedse liberaal Ek. „Uiteindelijk komen alle stoffen toch voor 2017 aan de beurt”, zei Ek woensdag bij de presentatie in Brussel.

Over de massale test is veel te doen. Brussel wil tests op alle stoffen die al eerder dan in 1981 werden gebruikt, vanwege de volksgezondheid en het milieu. Het gaat om materialen in producten zoals zeep en schoenen. Op dit moment zijn alleen 3000 stoffen getest die na 1981 zijn geïntroduceerd.

De industrie klaagt echter over de hoge kosten. Die belopen tussen de 2,3 en de 5,2 miljard euro, schatte de Europese Commissie anderhalf jaar geleden bij de presentatie van het zogeheten Reach-voorstel.

Om de industrie iets te helpen, is het aantal te onderzoeken stoffen al verlaagd van pakweg 100.000 naar 30.000: voor chemicaliën waarvan een bedrijf minder dan 1000 kilo per jaar produceert of importeert, is toch geen test nodig.

De industriecommissie vraagt bovendien een uitzondering voor geryclede materialen, papierpulp en natuurlijke mineralen en grondstoffen, zoals olie. Ook wil de commissie de procedure versimpelen.

De Europese Unie kan stoffen die na het verplichte onderzoek te gevaarlijk blijken, gaan verbieden. De Europese Commissie verwacht dat sowieso al 1 à 2 procent van de oude chemische stoffen van de markt verdwijnen: fabrikanten vinden het te kostbaar om deze te laten testen.

Later dit jaar buigt ook de milieucommissie van het Europees Parlement zich over het onderwerp. Een besluit staat voor oktober op de agenda.