Tolimir staat bovenaan de aanklacht tegen drie leden van de generale staf van de Bosnische Serviërs over de verdrijving van moslims uit de streek van Srebrenica en Zepa in 1995. De andere twee, Radivoje Miletic en Milan Gvero, hebben zich pas overgegeven aan het Joegoslavië–Tribunaal en verschenen er woensdag voor het eerst voor de rechter.

Perisic was de chef–van–staven van de Joegoslavische strijdkrachten. Het is niet bekend waar hij van zou worden beschuldigd. De twee zouden door de Servische premier Kostunica zijn overgehaald zich over te geven. Dat lijkt vooralsnog niet gelukt met ex–generaal van de politie Sreten Lukic, die medische redenen aanvoert om niet naar Den Haag te hoeven. Lukic wordt beschuldigd van misdaden in Kosovo in 1999.

Kostunica heeft met zijn indringende gesprekken de afgelopen vijf maanden al vier Servische generaals uit Bosnië–Herzegovina en een uit Servië naar Den Haag gedirigeerd. Kostunica is geen vriend van het in zijn ogen eenzijdige, anti–Servische tribunaal. Hij wil over het algemeen geen Servische verdachten arresteren en uitleveren. Hij onderhandelt daarom met figuren die door de hoofdaanklaagster van het tribunaal, Carla Del Ponte, worden gezocht. Zij zouden met hun vrijwillige overgave hun persoonlijk belang ondergeschikt maken aan dat van de Servische natie.

Del Ponte noemde Kostunica ooit het grootste obstakel voor samenwerking tussen Belgrado en het internationale tribunaal. De gesprekken die Kostunica nu voert lijken daarin verandering te hebben gebracht. De Europese Unie komt eind deze maand met een rapport over de stand van zaken in Servië–Montenegro. Het moet aangeven of Belgrado kans maakt tot de unie toe te treden.

Het is niet precies bekend hoeveel Serviërs het tribunaal uitgeleverd wil zien. Aanklachten worden soms geheim gehouden. Uit openbare stukken blijkt dat Del Ponte echter nog steeds op zeker zestien Servische figuren aast, onder wie de belangrijkste voortvluchtigen, de voormalige politieke en de militaire leiders van de Bosnische Serviërs, respectievelijk Radovan Karadzic en Ratko Mladic. Beiden zijn nog steeds spoorloos. Del Ponte heeft volgens Servische media deze week gezegd dat de regering in Belgrado eindelijk heeft erkend dat Mladic zich in Servië–Montenegro moet ophouden.