Binnenland

Bestrijding eikenprocessierups begint vroeg

Om de eikenprocessierups effectief te bestrijden, kunnen groenbeheerders het beste al vroeg in het voorjaar beginnen met bestrijding. Chemische bestrijdingsmiddelen zijn in alle gevallen af te raden, maar er is een toereikend biologisch spuitmiddel ontwikkeld.

ANP
2 March 2005 14:22Gewijzigd op 14 November 2020 02:17

Dat staat in een handreiking die onderzoeksbureau Alterra van de Wageningen Universiteit heeft gemaakt op verzoek van de provincies Brabant, Gelderland en Utrecht en de betrokken GGD’s. Groenbeheerders, hulpverleners en deskundigen hebben woensdag in Arnhem over de bestrijding van de hinderlijke rups gesproken.

De eikenprocessierups leeft in kluwens in eikenbomen. De diertjes laten in de zomermaanden brandharen los, die huiduitslag, benauwdheid en irritaties aan ogen, neus en keel kunnen veroorzaken. De rups dook tien jaar geleden voor het eerst in grote hoeveelheden op in Noord–Brabant. Sindsdien is het beestje verder noordwaarts getrokken. In 2004 is de rups voor het eerst gesignaleerd in Utrecht en de Achterhoek.

In gebieden waar veel mensen wonen of komen, is het wegens de gezondheidsklachten noodzakelijk de beestjes te bestrijden, maar tot nu toe was daarvoor geen duidelijk beleid. Elke gemeente en provincie nam eigen beslissingen. In Arnhem is woensdag voorgesteld dat vanaf dit jaar de provincies de regie gaan voeren. Voor de bestrijding van de rups gebruiken zij de handreiking van Alterra, die samen met de Plantenziektekundige Dienst uit Wageningen en de Vlinderstichting is gemaakt.

Volgens de wetenschappers moeten groenbeheerders in het vroege voorjaar stekken uit de top van eikenbomen halen om te controleren hoeveel eipakketten de boom bevat. Als dat er veel zijn, moet begonnen worden met biologische bestrijding, maar niet in gebieden waar beschermde vlinders voorkomen. In die gebieden is alleen wegzuigen of –branden van de beesten in mei, juni en juli een oplossing. Biologische bestrijding zou heel goed ’s nachts kunnen plaatsvinden.

De overheden moeten er volgens Alterra voor zorgen dat besmette gebieden goed afgesloten worden voor publiek. Bestrijders moeten goede, beschermende kleding met meerdere lagen handschoenen aantrekken. Ook moeten ze een anti–jeukmiddel bij zich dragen. Wie meer dan eens klachten krijgt van de bestrijding, moet stoppen. Zo iemand mag dan in het seizoen helemaal niet meer bij eikenbomen werken. Het is bovendien beter om eiken alleen in bladloze periodes en bij nat weer te snoeien, om te voorkomen dat ongemerkt besmetting plaatsheeft, zo stellen de wetenschappers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer