Cultuur & boeken

Handwijzer bij de tale Kanaäns

Titel:

Ds. W. van Gorsel
2 March 2005 13:43Gewijzigd op 14 November 2020 02:17

”De tale Kanaäns”
Auteur: F. van Holten
Uitgeverij: De Groot Goudriaan, Kampen, 2004
ISBN 90 6140 869 5
Pagina’s: 112
Prijs: € 14,35. F. van Holten rubriceerde uitdrukkingen die bekend zijn geworden als de ”tale Kanaäns”. De meeste uitspraken zijn ontleend aan de gezelschapstheologie.

Vijf steden in Egypte zullen er zijn, „sprekende de spraak van Kanaän.” Aan deze tekst, Jesaja 19:18, is het latere begrip ”tale Kanaäns” ontleend. Werd in Jesaja nog het Hebreeuws bedoeld, later kreeg de uitdrukking een andere betekenis. Van Holten spreekt van „de uitdrukkingen en zinswendingen die binnen bevindelijke kringen gangbaar zijn.” Met zijn boek beoogt hij meer bekendheid te geven aan en begrip te wekken voor dit spraakgebruik.

In de loop der jaren heeft de auteur allerlei uitdrukkingen genoteerd die hij hoorde of las. In ”De tale Kanaäns” rubriceert hij ze aan de hand van de heilsorde: de onbekeerde zondaar; de missende en zoekende zondaar; de vindende zondaar; het leven des geloofs in de aanvang, in de voortgang, de kerk, de prediking, de sacramenten; tot en met de ouderdom, het sterven en de nagedachtenis. Op deze manier geeft hij niet alleen een inventarisatie van allerlei ”bevindelijke” uitdrukkingen, maar beschrijft hij ook de weg die de Heere met zondaren gaat, althans in de ogen van, laten we voor het gemak zeggen, de bevindelijken.

Daarmee spreek ik ook een bedenking tegen dit boek uit. Bij mij rees de vraag of de taal die in deze kringen wordt gebruikt, niet fungeert als een schibbolet. Met andere woorden: is de verborgen omgang met de Heere en het leven van het geloof kenbaar aan deze uitspraken, en wordt daarmee niet de categorie uitgesloten die er een ander taalgebruik op nahoudt? Het valt niet aan te nemen dat de auteur deze mening is toegedaan, getuige het feit dat hij lang niet alle uitdrukkingen uit de tale Kanaäns voor zijn rekening neemt. Er zijn er ook bij, constateert hij, „die geheel bezijden de Schriftuurlijke waarheid zijn.” Een teken dat Van Holten de Bijbel als norm wil hanteren. Maar van zijn belofte bij onjuist gebruik een kritische kanttekening te maken, is niet zo veel terechtgekomen! Eén voorbeeld: „De Heere neemt het eerste weg om het tweede te stellen” is inderdaad een veelvoorkomende uitdrukking, maar deze tekst betekent in de Heilige Schrift iets heel anders.

Gezelschapstheologie
Al lezend viel het me op dat de meeste uitspraken zijn ontleend aan de gezelschapstheologie, of aan de geloofsbeleving uit de afgescheiden kerken. Hoewel de schrijver blijk geeft van inzicht in de geschiedenis -bijvoorbeeld in hoofdstuk 9- is het geciteerde woordgebruik toch te weinig ontleend aan de Reformatie en de Nadere Reformatie.

Een beetje hinderlijk is dat de auteur over zichzelf steeds in de wijvorm spreekt. Is dat bescheidenheid? Ook de vele uitdrukkingen in dialect -hoewel ik dialecten waardeer!- halen zijn betoog wat naar beneden. Ten slotte: terecht signaleert de schrijver in de tale Kanaäns een voorkeur voor verkleinwoordjes, zoals dat ook bij Smijtegelt voorkomt. Nu is het gebruik van verkleinwoordjes een typisch Zeeuws verschijnsel, en Smijtegelt was een Zeeuw die uitsluitend Zeeuwse gemeenten heeft gediend. Kan dat een verklaring zijn? Overigens, mijn waardering voor dit boekje, waarin minder begrijpelijke, soms tijd- en streekgebonden uitdrukkingen worden vastgelegd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer