Koopkracht EU lager door komst nieuwe landen
De gemiddelde koopkracht in de landen van de Europese Unie is sinds de toetreding van tien nieuwe lidstaten in mei 2004 met 20 procent afgenomen.
Dat staat in het dinsdag verschenen onderzoek ”Prijzen en salarissen” van de Zwitserse zakenbank UBS.
In het onderzoek is gekeken naar de koopkracht en de salarishoogte van bewoners van 71 steden in de hele wereld. De koopkracht werd vastgesteld aan de hand van prijzen van bepaalde artikelen, bruto- en nettoloon en arbeidstijden. Ook werd bekeken hoe duur het leven is in de onderzochte steden en hoe hoog de gemiddelde lonen liggen.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de koopkracht in Oost-Europese steden zoals Warschau en Praag sinds 2003 weliswaar is gestegen door hogere lonen, maar toch ver achterblijft bij de lidstaten van het eerste uur. Steden zoals Berlijn en Brussel staan op de achttiende en de negentiende plek en Amsterdam op de zeventiende.
Voor Europeanen zijn grote Amerikaanse steden zoals Miami en New York goedkoper geworden. Dat komt door de daling van de dollarkoers tegenover de euro.
De hoge koers van de Noorse kroon droeg eraan bij dat Oslo nog steeds de duurste stad is. Ook Kopenhagen scoort hoog. De Japanse hoofdstad Tokyo staat op de derde plaats van dure steden. Amsterdam is iets duurder geworden en staat nu op de 20e plaats. De Indiase stad Bombay staat als goedkoopst te boek.
De netto-inkomens liggen in Zwitserse steden als Zürich, Basel, maar ook in Luxemburg het hoogst, omdat daar de belastingen stukken lager zijn. Mensen in Scandinavië dragen een groot deel van hun loon aan de fiscus af en staan daardoor lager op de index. De loonstrookjes vallen het laagst uit in de Pakistaanse stad Karachi. Hier ontvangt de gemiddelde werknemer slechts eenvijfendertigste van het bruttoloon dat iemand in Oslo krijgt. Op deze index neemt onze hoofdstad de veertiende plaats in.
Steden met de laagste koopkracht zijn voornamelijk in de Derde Wereld te vinden. De nieuwe hekkensluiter is Nairobi. Inwoners van de Keniase hoofdstad beschikken over minder dan eentiende van de koopkracht van de gemiddelde inwoner van Zürich. Eerder nam de Nigeriaanse hoofdstad Lagos de laatste plek in.