Begin maart spraken de leden van Provinciale Staten af een tripje naar Friesland te maken om kennis te vergaren. Gedeputeerde Jasper Kuntzelaers (cultuur en erfgoed) heeft hier nu een datum voor geprikt: vrijdag 30 augustus, kort na het zomerreces.

Het Limburgs is erkend als een zelfstandige regionale taal onder het Europees Handvest. De provincie en gemeenten mogen eigen beleid voeren om het gebruik van de taal te bevorderen. Het Fries heeft een andere, ‘hogere’ status. Dat mag ook in bijvoorbeeld de rechtszaal en het provinciehuis worden gebruikt.

Limburg krijgt geld van het Rijk voor allerlei activiteiten die het gebruik van de ‘eigen’ taal moeten bevorderen. De provincie steekt ook zelf geld in projecten, zoals onderzoek naar het Limburgs als schoolvak. In het coalitieakkoord dat vorig jaar werd gesloten, staat dat de provincie structureel 1,1 miljoen euro wil steken in het bevorderen van de Limburgse taal.

In april namen de Staten een motie aan met de oproep om zeker één keer per jaar in hun eigen dialect te mogen praten bij een Statenvergadering. Dat willen ze bijvoorbeeld doen als de Limburgse taal op de agenda staat. Omdat Nederlands de ‘wettelijke bestuurstaal’ is, moeten alle Statenleden die hun inbreng in het Limburgs doen hun precieze tekst vooraf in het Nederlands indienen, zodat het toch voor iedereen te volgen is.