Meditatie: Mijn Deel
Klaagliederen 3:24-25
Door geestelijke onkunde ontstaat er een neerslachtig bestaan, waardoor de Heere weinig eer krijgt van Zijn genade. Hij houdt dan vanwege het bedroeven van de Geest weleens rechtvaardig Zijn vertroostingen in. Handelden zulke zielen meer overeenkomstig Gods Woord, dan zouden zij meer voetstappen van Gods werk in hun gemoed ontdekken. Terwijl zij nu vaak hun leven in klachten doorbrengen, zouden zij dan meer belijden: „De Heere is goed, voor degene die Hem verwacht, voor de ziel die Hem zoekt. De Heere is mijn deel, zegt mijn ziel; daarom zal ik op Hem hopen.”
Bent u in een kwijnende stand? Smeek dan de Heere dat Hij u recht bij de plaag van uw hart bepaalt, u daarover verootmoedigt, en vernieuwde genade schenkt, om meer op uw hoede te zijn. Denk voorts veel tot uw troost, aan het heil dat in het dierbaar Evangelie gratis wordt aangeboden. De vrijgevigheid van Gods nodiging, Die u telkens toeroept: „Eet vrienden, drink, ja wordt dronken in liefde.” Dit zal u tegen het ongeloof beveiligen. Zij zal uw begeerten sterker maken. Zij zal u moediger onder het gemis en bedachtzamer onder het genot van de tijdelijke dingen doen verkeren. Uw begeerte zal uitgaan naar die gelukzalige stand, waarin u met blinkende klederen des heils bekleed eeuwig feest zult vieren en genieten de volle verzadiging van vreugde voor Gods aangezicht en eeuwige liefelijkheden in Zijn rechterhand. Amen.
Theodorus Adrianus Clarisse,
predikant te Amsterdam
(”Een drietal leerredenen, Lukas 14:15 tot en met 24”, 1779)