Economie

Imkers van alle kanten bedreigd

Kleine bijenkastkevers, Amerikaans vuilbroed, vergrijzing van het imkerbestand. De toekomst van de imkerij staat van verschillende kanten onder druk. De overheid zou de bijenhouders ondertussen in de kou laten staan. „Ze snapt niet dat er sprake is van een crisis. Het voelt alsof we als sector op een kruispunt staan en van alle kanten worden overreden.”

Marcel ten Broeke
2 March 2005 08:53Gewijzigd op 14 November 2020 02:17
MOOK – Het voortbestaan van de imkerij staat onder druk. Volgens Frans Heessen, voorzitter van de Limburgse Bond van Imkers, laat de overheid de bijenhouders in de kou staan. Zo staakte ze met ingang van gisteren de bestrijding van Amerikaans vuilbroed,
MOOK – Het voortbestaan van de imkerij staat onder druk. Volgens Frans Heessen, voorzitter van de Limburgse Bond van Imkers, laat de overheid de bijenhouders in de kou staan. Zo staakte ze met ingang van gisteren de bestrijding van Amerikaans vuilbroed,

Voor het eerst in meer dan veertig jaar heeft Frans Heessen geen bijen meer. „Allemaal dood, waarschijnlijk varroa-mijt.”De ziekte, afkomstig uit Azië maar inmiddels over de hele wereld verspreid, teistert hele bijenvolken, vaak gaan ze dan in de winter dood. „De mijt is resistent voor de toegestane bestrijdingsmiddelen. Noodgedwongen grijpen imkers daarom naar verboden producten.”

De situatie van de 60-jarige voorzitter van de Limburgse Bond van Imkers is illustratief voor de groeiende problematiek in de imkerij. „Het is vandaag de dag moeilijk een bijenvolk in leven te houden”, zegt Heessen, die een deel van de week als biologisch veiligheidsmedewerker is verbonden aan de Universiteit Nijmegen. In die functie houdt hij toezicht op experimenten met genetisch gemodificeerde organismen. Voor zijn pensionering werkte hij daar ook als medisch viroloog.

Verschillende zaken bedreigen het voortbestaan van de bijenhouderij. Zo loopt het ledenaantal van de vijf Nederlandse imkersbonden hard terug wegens een gebrek aan verjonging en zijn de foeragemogelijkheden van bijen afgenomen na intensievere bestrijding van bloeiende onkruiden door akkerbouwers.

Daarnaast vreest de sector op dit moment de komst van de kleine bijenkastkever, die zich in rap tempo over de wereld verspreidt. De kever nestelt zich in bijenkasten, waar hij honderden eieren legt. De larven vreten vervolgens de honingraten op en verontreinigen de kast met hun uitwerpselen. Binnen enkele weken sterft een bijenvolk uit. De kever, afkomstig uit Zuid-Afrika, richt grote schade aan in de Verenigde Staten en Australië en is al in Portugal gesignaleerd.

„Hij kan zich vliegende over grote afstand verplaatsen”, weet Heessen. „Strengere controle op de import van bijen kan verspreiding in Nederland voorkomen.”

Behalve onder de angst voor de bijenkastkever gaat de imkerij het meest gebukt onder een toename van bijenziekten, zoals varroa-mijt en Amerikaans vuilbroed. Dat laatste is een dodelijke ziekte voor bijenlarven en bovendien erg besmettelijk. Ook vuilbroed verspreidt zich voornamelijk door import van besmette bijen.

De bacterie blijkt nauwelijks te bestrijden. „Je kunt vuilbroed wel onderdrukken met antibiotica, maar niet genezen. De getroffen bijenvolken worden vernietigd en de kasten verbrand.”

De overheid heeft sinds de invoering van de bijenwet in 1947 een belangrijke rol gespeeld in de bestrijding van bijenziekten, vindt Heessen. „Ze is in Europees verband verplicht tot het bestrijden van zeer besmettelijke dierziekten. Zo stelde de regering tot nu toe na een uitbraak van Amerikaans vuilbroed een vervoersverbod in en liet alle bijen in een cirkel van 3 kilometer op de ziekte controleren.”

De overheid trekt de handen echter steeds meer af van de imkerij. Met ingang van dinsdag staakte ze de bestrijding van Amerikaans vuilbroed. „De regering ziet de ziekten waar we als bijenhouders mee worden geconfronteerd als een managementprobleem. Ze zegt met andere woorden: het probleem is beheersbaar, los het zelf maar op.”

Ook al doet een besmetting met Amerikaans vuilbroed zich in Nederland gemiddeld slechts twee of drie keer per jaar voor -in september was in Heerlen de laatste uitbraak-, zonder overheidssteun kan dit aantal flink oplopen. „Dan krijgen we Duitse toestanden. Door een minder rigoureuze aanpak is de kans op een uitbraak van Amerikaans vuilbroed daar tien keer zo groot als bij ons.”

De bijenhouders kunnen de problematiek nooit alleen te lijf gaan, zegt Heessen. „De imkerij bestaat voornamelijk uit amateurs. Er zijn in Nederland zo’n 7000 georganiseerde imkers, van wie er minder dan tien de bijenhouderij bedrijfsmatig uitoefenen. Bovendien is lidmaatschap binnen de sector niet verplicht, zoals in andere agrarische sectoren. Hoe kunnen we dan ooit de regels handhaven?”

Onderdeel van het probleem is dat de overheid geen eenduidige visie heeft op de bijenhouderij, meent Heessen. „De regering weet niet goed wat ze met ons aan moet. De ene keer zijn we een sector, dan weer hobbyisten.”

Toch is de bijenhouderij, ondanks een hoog amateurgehalte, volgens hem onmisbaar. „Einstein zei ooit dat het verdwijnen van bijen het einde inluidt van de mensheid. De sector is van wezenlijk belang in de bestuiving in de land- en tuinbouw. Veel imkers verhuren in het voorjaar hun bijen aan fruittelers die ze in hun boomgaarden of kassen plaatsen. Als de misère in de sector doorzet, zullen bedrijven steeds vaker zelf imkers in dienst moeten nemen.”

Ondanks alle gevaren die de volken bedreigen, schaft Heessen zeker weer nieuwe bijen aan. „Het zijn zulke mooie dieren. Als je een bijenkast opentrekt, bruisen ze met z’n allen over de raat. Als imker denk je een volk de baas te zijn, maar ze verzinnen altijd wel wat. Zodat alles toch weer anders loopt dan je dacht.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer