EU-ministers boycotten overleg uit woede om voorzitter Hongarije
Een aantal lidstaten van de Europese Unie stuurt deze maand geen ministers meer naar informeel EU-overleg onder voorzitterschap van Hongarije. Dit doen zij uit protest tegen het recente bezoek van de Hongaarse premier Viktor Orbán aan de Russische president Vladimir Poetin. Orbán noemde het bezoek een onderdeel van zijn ‘vredesmissie’, maar deed dat zonder medeweten van de lidstaten.
Hongarije is net elf dagen voorzitter van de Europese Unie. Er staan diverse informele toppen in Boedapest op de agenda voor de komende zes maanden dat Hongarije voorzitter is. Daar worden normaliter ministers naartoe afgevaardigd, maar in ieder geval Zweden, Estland, Letland, Litouwen en Polen passen daarvoor. Zij sturen slechts hoge ambtenaren. Volgens Zweden zouden ook andere EU-lidstaten zo’n ‘ministersboycot’ overwegen.
Orbán bezocht Moskou, en ook Oekraïne, daags nadat Hongarije het voorzitterschap van de Europese Unie op zich had genomen. Dit leidde meteen tot boosheid bij onder meer de Europese Commissie en de voorzitter van de Europese Raad, waar de regeringsleiders bijeenkomen. Niet alleen werd zijn solo-actie bekritiseerd, maar ook het feit dat Orbán deed voorkomen of hij als EU-voorzitter op pad was.
Hoewel Orbán dat tegenspreekt, wordt bij berichten en filmpjes op sociale media over zijn ‘vredesmissie’ wel het logo van het Hongaarse EU-voorzitterschap gezet.
De Hongaarse premier „misbruikt het voorzitterschap en kidnapt het voor zijn eigen doeleinden”, zegt de Zweedse premier Ulf Kristersson bij de NAVO-top in Washington. Het vertrouwen in Orbán is volgens zijn Belgische collega Alexander De Croo „helemaal verdwenen”. De Croo’s België bekleedde afgelopen halfjaar het voorzitterschap, en daarbij „moet je elke dag het vertrouwen verdienen. Ik kan alleen vaststellen dat dat nu echt in de kelder zit.”