VVD sceptisch dat Nederland volledige mestuitzondering terugkrijgt
De VVD is sceptisch of het landbouwminister Femke Wiersma gaat lukken om de volledige uitzonderingspositie voor het uitrijden van mest weer terug weet te krijgen, zegt Kamerlid Thom van Campen. Desondanks denkt hij dat Wiersma de Europese Commissie ervan kan overtuigen dat Nederland hulp nodig heeft, omdat anders een mestcrisis dreigt. „Niet met de vuist op tafel, maar met diplomatie”, zei hij in het eerste landbouwdebat met Wiersma.
Van Campen denkt bovendien dat alleen vragen om de terugkeer van de zogeheten derogatie niet genoeg is. „We moeten niet alleen iets halen, maar ook iets brengen.” Een doorwrocht pakket aan mestmaatregelen kan Brussel het vertrouwen geven dat Nederland weer op de goede weg is, denkt Van Campen.
De ‘derogatie’, ofwel de uitzondering op Europese mestregels, loopt volgend jaar af. Daardoor dreigt een groot probleem voor boeren die met mest blijven zitten. Zij moeten dat dan laten afvoeren, wat tienduizenden euro’s kan kosten. Veel boeren zullen daardoor failliet gaan.
De nieuwe coalitie heeft toegezegd in Brussel te lobbyen om de derogatie terug te krijgen. Maar de kans dat dit zo maar lukt, is klein: Nederland heeft de afgelopen jaren nauwelijks vorderingen gemaakt om stikstof of waterverontreiniging terug te dringen. Brussel wil eerst op die vlakken resultaten zien.
Van Campen denkt dan ook dat de minister op „twee sporen” de mestcrisis moet aanpakken. Niet alleen moet Wiersma naar Brussel, ook moet zij verder met het plan dat haar voorganger Piet Adema achterliet. Dat pakket aan maatregelen zet onder meer in op vrijwillige uitkoop van boeren, het afromen van rechten van stoppende boeren en minder eiwit in voedsel. Voor deze ‘warme sanering’ zijn miljarden nodig. Blijven die uit, dan volgt de ‘koude sanering’, ofwel grootschalige faillissementen.