Oppositiepartijen vrezen wankel kabinet met PVV in coalitie
Oppositiepartijen als D66 en Volt vrezen dat het dinsdag aangetreden kabinet van premier Dick Schoof een instabiele basis heeft met de PVV in de coalitie. Rob Jetten (D66) vindt dat PVV-leider Geert Wilders tijdens de formatie „een bende” maakte van zijn personeelsbeleid. Meerdere mensen die hij naar voren schoof voor functies bij de formatie en later in het kabinet, moesten zich na ophef terugtrekken. Daarbij ging Wilders niet staan voor zijn mensen en vernederde ze, vindt Jetten, die vreest dat Schoof op dezelfde manier zal worden behandeld.
De manier waarop bijvoorbeeld PVV-Kamerlid Gidi Markuszower twitterend „opzij is gezet” toen de naslag door de veiligheidsdienst AIVD verkeerd uitpakte, vind Jetten bijvoorbeeld niet netjes. Het verdiende soms niet de schoonheidsprijs hoe mensen terug werden getrokken, geeft Wilders toe tijdens het debat over de regeringsverklaring. Maar Schoof hoeft zich volgens de PVV-leider nergens zorgen om te maken. „Ik verheug me op een goede, misschien soms stevige, maar altijd vertrouwenwekkende relatie met de nieuwe minister-president”, zegt Wilders.
De PVV heeft volgens Laurens Dassen van Volt „niet bepaald de mensen met de hoogste integriteitsnormen voorgedragen” als bewindspersoon. Hij heeft het dan bijvoorbeeld over minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie), die de afgelopen weken flink is bekritiseerd omdat ze in het verleden heeft gesproken over omvolking, een term die wordt gebruikt in een extreemrechtse complottheorie.
Zijn coalitiepartners VVD en NSC zullen het niet volhouden om met de PVV samen te werken, verwacht Dassen. De Volt-leider heeft het bijvoorbeeld over recente uitspraken van Wilders over het slavernijverleden en de islam. „Als je zo’n spoor van vernieling de hele tijd voortzet, dan ben je toch niet bereid om een stabiele coalitie te hebben?”