Minder goederen via Nederlandse zeehavens, wel meer Amerikaanse
De Nederlandse zeehavens hebben het vorig jaar een stuk rustiger gehad dan het jaar ervoor. Nagenoeg alle soorten goederen kwamen minder vaak via de zee binnen en verlieten ons land ook minder op die manier, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De Verenigde Staten wisten ondanks de stagnerende wereldeconomie wel veel meer goederen via de zee te leveren, waardoor dat land nu voor Nederlandse zeehavens de belangrijkste leverancier is.
Rusland was dat tot en met 2022, het jaar van de inval in Oekraïne. Met het instellen van EU-sancties op aardolie en steenkool eind 2022 veranderde dat. Twee jaar geleden kwam nog 8,5 miljoen ton Russisch steenkool aan in Nederlandse havens, vorig jaar was dat een kleine 100.000 ton. De aanvoer van natte bulkgoederen uit Rusland, waar aardolie(producten) en gas bij horen, daalde met 77 procent. In 2023 kwam nog maar een kleine 3 procent van de goederen via zee uit Rusland.
De Verenigde Staten sprongen in dat gat. Het land verscheepte 61 procent meer natte bulkgoederen naar Nederland. Zo werden de VS de belangrijkste bron van gas, met 70 procent van de totale import via zee. Voor de oorlog met Oekraïne behoorde die status ook Rusland nog toe.
De algehele hoeveelheid goederen uit de VS via zee steeg met 29 procent, waardoor nu 15 procent van de goederen via zeehavens uit dat land komt. Na de VS kwamen de meeste geloste goederen uit achtereenvolgens het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Brazilië en China.
Met het verdwijnen van Russisch gas op de Europese markt werd de behoefte aan alternatieven groter. Dat is terug te zien in de stijging van bijna 26 procent van gasimport via zee. Goederen uit nagenoeg alle andere categorieën werden juist minder verscheept via Nederlandse zeehavens. De aanvoer daalde met bijna 9 procent tot 396 miljoen ton, de afvoer met 5 procent tot 178 miljoen ton.