B. vond echter dat er sprake was van zelfverdediging. De verdachte verklaarde dat hij bedreigd en achtervolgd werd: „Ik vreesde voor mijn leven.” Hij zou hebben geweten dat het slachtoffer altijd met een wapen op zak liep en dacht dat hij daarnaar greep. Wegrennen durfde B. niet, omdat hij bang was dat hij dan in zijn rug werd beschoten. Rond 15.00 uur stak hij de jongen meermaals met een duikmes.

Op beelden is geschreeuw te horen en te zien dat het slachtoffer meerdere keren naar zijn broeksband grijpt en dreigt dat hij gaat schieten. B. besluit de jongen te steken en rent daarna weg. Het slachtoffer overleed op een oprit door verwondingen aan zijn hart en longen. De twee jongens deelden een turbulent verleden: ze werden eerder veroordeeld voor het mishandelen van elkaar. Volgens het hof heeft B. - mede door hun geschiedenis - een geslaagd beroep gedaan op zelfverdediging. Hij komt daarom op vrije voeten.