Ngo: IS pleegde 4100 moorden sinds ‘nederlaag’ in 2019
Leden van Islamitische Staat hebben nog 4100 moorden gepleegd sinds de terreurgroep in 2019 door een coalitie onder leiding van de Verenigde Staten werd verjaagd uit het gebied dat de groep controleerde in Syrië. Dat meldt de ngo Syrian Observatory for Human Rights, die vanuit het Verenigd Koninkrijk de mensenrechten in Syrië monitort.
De dodelijke aanvallen vonden plaats in gebieden die onder controle staan van de Syrische president Bashar al-Assad en ook in het Koerdische gebied in Syrië. Leden van IS voerden de aanvallen uit vanuit schuilplaatsen in de woestijn.
De meeste mensen die IS vermoordde waren soldaten, loyalisten van het regime van Bashar al-Assad en Koerdische strijders. Maar ook 627 burgers kwamen om door geweld van IS, aldus de ngo. „Er gaat bijna geen dag voorbij zonder bombardementen, hinderlagen, gerichte operaties of verrassingsaanvallen door de jihadisten in de regio”, staat in het rapport.
In 2014 slaagde IS erin delen van Syrië en Irak in te nemen en daar een kalifaat uit te roepen, als gevolg van de chaos die was ontstaan door de Syrische burgeroorlog. Ongeveer vijf jaar later werd de groepering verjaagd uit het gebied dat het in Syrië controleerde, door een coalitie van landen waar ook Nederland deel van uitmaakte. Twee jaar daarvoor was IS al zijn gebied in Irak kwijtgeraakt.
De oorlog in Syrië heeft al aan ruim een half miljoen mensen het leven gekost. Miljoenen anderen zijn op de vlucht. De oorlog brak uit in het voorjaar van 2011 toen president al-Assad anti-regeringsprotesten probeerde neer te slaan.