Suriname rekent op naleving afspraken slavernijverleden
De Surinaamse regering verwacht dat het kabinet-Schoof na 1 juli de afspraken nakomt die zijn gemaakt na de excuses voor het slavernijverleden. Dat zegt Silvano Tjong-Ahin, coördinator van het Platform Slavernijverleden Suriname in oprichting.
„Er worden nu heel wat vragen gesteld, omdat exponenten van de nieuwe regering wat boude uitspraken hebben gedaan over het eventueel intrekken van de excuses en de regeling”, zegt hij. „Wij kunnen er niet van uitgaan dat er met de wisseling van de wacht verandering komt in het beleid. We willen ervan uitgaan dat er sprake zal zijn van continuïteit van beleid.”
Voor Suriname is in totaal 66 miljoen euro beschikbaar, de helft voor laagdrempelige maatschappelijke initiatieven en de andere helft voor beleid. Tjong-Ahin heeft regelmatig overleg met Frederique de Man, speciale gezant Slavernijverleden van Nederland. Op 1 juli presenteert Den Haag een nieuw raamwerk voor de uitvoering van de plannen.
Er komt een internationale aanbesteding voor een uitvoeringsbureau in Suriname. Een bedenkelijke zaak, vindt de coördinator. Hij voorspelt dat een groot internationaal bedrijf de tender wint. „Zo’n bedrijf weet totaal niets van Suriname. Wat er in de praktijk zal gebeuren, is dat het twee kleine Surinaamse organisaties inschakelt om het werk te doen. We hebben daar toch wel wat moeite mee.”
Het is belangrijk dat Surinamers de slavernijgeschiedenis vastleggen, vindt Tjong-Ahin. Daarnaast moet het Surinaamse volk zich verzoenen, onderling en met de Nederlanders. „Niet slechts symbolisch, maar ook tastbaar. Die verzoening moet ertoe leiden dat we iets gaan doen met de samenwerking tussen twee landen die sowieso, ook vanwege de slavernij, onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.”
De nauwe banden zijn nog niet zichtbaar in het Nederlandse visumbeleid: bewoners van acht van de vijftien landen van de Caricom, de Caribische gemeenschap, zijn welkom zonder visum. Tjong-Ahin: „Surinamers niet. Het is belachelijk. Terwijl het hele Caricom-gebied ons ziet als Dutch Guyana, kunnen wij niet vrij reizen naar Nederland.”