Subsidie maakt 250 projecten over slavernijverleden mogelijk
Bijna een jaar na de excuses van koning Willem-Alexander zijn met behulp van subsidie 250 projecten over het Nederlandse slavernijverleden opgezet. Dat maakten demissionair minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en het Fonds voor Cultuurparticipatie donderdag bekend.
Het kabinet maakte aan het begin van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden geld vrij voor nieuwe culturele, educatieve en maatschappelijke initiatieven. Met de subsidieregeling wilde het kabinet aandacht besteden aan het slavernijverleden en iets doen aan de gevolgen die nog steeds doorwerken. Maatschappelijke organisaties in Nederland en op de Caribische eilanden konden subsidie aanvragen om bijvoorbeeld een tentoonstelling, voorstelling of een podcast op te starten.
Aanvankelijk ging het om 2 miljoen euro, maar door de grote belangstelling is dit bedrag later verdubbeld. Het fonds droeg nog eens 1,2 miljoen euro bij. De in totaal 5,2 miljoen euro werd verdeeld over projecten in ons land en de Caribische delen van het Koninkrijk. Het meeste geld is inmiddels vergeven, voor de Caribische eilanden is nog 400.000 euro beschikbaar.
„Het verhaal van ons slavernijverleden is een verhaal om te blijven doorgeven. Ik vind het mooi om te zien dat dit op zoveel verschillende manieren gebeurt. Met elk nieuw initiatief schijnt er licht op een deel van onze gezamenlijke geschiedenis dat zo lang onderbelicht is geweest”, zegt minister Dijkgraaf over de 250 projecten die met het geld gerealiseerd konden worden.
Het Herdenkingsjaar eindigt komende maandag tijdens Keti Koti, de dag waarop het slavernijverleden wordt herdacht en de afschaffing ervan gevierd. Dan gaat een herdenkingscomité aan de slag, dat zich bezig zal blijven houden met de invulling en organisatie van de herdenking van het slavernijverleden.